Artikel voor onderwijs en opleiding

Wilsbekwaamheid beoordelen

Beeld van een hoofd. Iemand heeft een hand over de mond van het beeld gelegd.
Luisteren
Irma M. Hein
C. (Kees) Blankman
Astrid Vellinga
Adger J.K. Hondius
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2022;166:D6571
Abstract

Dit artikel is een actualisatie van een eerder verschenen leerartikel over wilsbekwaamheid (D3731). In de rubriek ‘Leerartikel’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.

Op de hoogte blijven van nieuwe leerartikelen, compleet met geaccrediteerde toetsvragen en luisterversie?
⚡Schrijf je gratis in op een e-mail alert door het dossier Leerartikelen te volgen.⚡

Toets voor nascholing (verlopen)

Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.

Bekijk de toets

Wilsbekwaamheid is een complexe juridische term die wordt gebruikt in de context van de ethiek, het recht, de psychologie en de geneeskunde. In de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) wordt van wilsonbekwaamheid gesproken wanneer een patiënt niet in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.1 Het gaat daarbij altijd om een specifieke beslissing in een bepaalde context.2 Wilsbekwaamheid is een voorwaarde om geïnformeerde toestemming (‘informed consent’) te kunnen geven voor een medische interventie. Zonder geïnformeerde toestemming van de patiënt mogen medische handelingen niet worden verricht, tenzij ernstig nadeel voor de patiënt moet worden afgewend of een wettelijk vertegenwoordiger toestemming heeft gegeven.

Wilsbekwaamheid is van centraal belang in het spanningsveld tussen weldoen en het respecteren van de autonomie van de patiënt.3 Het antwoord op de vraag of een patiënt wilsbekwaam is om een medische beslissing te nemen, kan verstrekkende gevolgen hebben. Daarom…

Luisterversie

Het audiobestand van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees. Log in om het artikel te beluisteren.

Inloggen
Auteursinformatie

Amsterdam UMC, locatie AMC, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie en Levvel, Amsterdam: dr. I.M. Hein, kinder- en jeugdpsychiater en senior onderzoeker. Vrije Universiteit, faculteit der Rechtsgeleerdheid, Amsterdam: prof.mr. C. Blankman, jurist. Mentrum, wijkteam Oud-West, Amsterdam: dr. A. Vellinga, psychiater; dr. A.J.K. Hondius, psychiater.

Contact I.M. Hein (i.hein@levvel.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Irma M. Hein ICMJE-formulier
C. (Kees) Blankman ICMJE-formulier
Astrid Vellinga ICMJE-formulier
Adger J.K. Hondius ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Nascholing
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Beste auteurs,

Een mooi artikel, zeer relevant voor de praktijk. Mooi om alles zo overzichtelijk bij elkaar te hebben en de toets was ook zeer leerzaam! 

Ik kon het niet laten om toch een drietal opmerkingen te maken:

- de route om een gedwongen test op grond van de Wet publieke gezondheid te laten verlopen wordt niet of nauwelijks gevolgd in de praktijk. Client moet dan ook op grond van de WPG gedwongen zijn geïsoleerd, middels een uitspraak van de rechter. Verplicht testen is echter ook mogelijk op grond van de Wzd en de Wvggz. Zie ook de site van de KNMG. Mits voldaan is aan de criteria daarvoor.

- de toetsing van wilsbekwaamheid is recentelijk gewijzigd in de Wzd

- Het was mooi geweest als u had verwezen naar de handreiking Wzd in ziekenhuizen.

Want wat betekenen de Wzd en de Wvggz nu voor het ziekenhuis? Op welke wijze krijgen artsen te maken met beide wetten in het ziekenhuis?

Groeten, Brenda Frederiks

Brenda Frederiks, universitair docent gezondheidsrecht, Amsterdam UMC
Literatuur

Frederiks en de Visser. De Wet zorg en dwang. Handleiding voor de praktijk. Tweede herziene druk, juli 2022. 

Jelle
de Kruijk

beste auteurs,

Ook van mijn kant complimenten voor de wijze waarop dit belangrijke onderwerp uitgebreid de aandacht krijgt die het verdient.

In het artikel wordt gesteld dat wilsbekwaamheid van centraal belang is in het spanningsveld tussen weldoen en respecteren van de autonomie van de patient.

Bij casus 1 kan echter de vraag gesteld worden of bij het 'weldoen' de nuance is betracht die het verdient. De casus begint in de tweede alinea met de stelling: 'In het ziekenhuis wordt uitgelegd dat zij geopereerd moet worden'. Eerder werd in dit tijdschrift uitgebreid aandacht besteed aan de aspecten rond proportionaliteit van deze ingreep bij patienten met dementie (NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5237

Ook in dit geval, waarbij vooraf aan de val een opname indicatie in een verpleeghuis is gesteld, is het de vraag of het niet verrichten van de betreffende heupoperatie zou resulteren in een ernstig nadeel voor deze patiente. Dit wordt in het artikel niet verder uitgediept en suggereert een vanzelfsprekendheid van weldoen waarover dus discussie gevoerd kan worden. Hoewel het niet verrichten van een dergelijke operatie zou kunnen resulteren in (behandelbaar) discomfort en/of een spoedig overlijden in een reeds geindiceerde verpleeghuis setting, is de kans op overlijden na een heupoperatie bij dementie in de eerste 6 maanden ook 50%. Het verrichten van deze ingreep is op termijn een levensverlengende handeling waarbij niet uit de beschrijving is op te maken of patiente het verlengen van het leven met ernstige dementie in een verpleeghuis vooraf onder de huidige omstandigheden gewild zou hebben (hoewel formeel wilsonbekwaam verklaard, zou haar meninig 'opereren is niets voor haar' best de lading kunnen dekken), en/of de consequenties van wel/niet opereren zijn uitgelegd aan haar wettelijk vertegenwoordiger die uiteindelijk toestemming gaf. Naast de juridische zorgvuldigheid is zorgvuldigheid bij het stellen (en toelichten) van een behandelindicatie (lees: weldoen) in de huidige praktijk met toenemend aantal kwetsbare patienten minstens zo belangrijk, zeker als het een wilsonbekwame patient in de context van ernstige dementie betreft.

J.R. de Kruijk
Literatuur

Heupfractuur bij patiënten met dementie; opereren niet altijd vanzelfsprekend. Esther C.G.J. Meijer-Schafrat, Jeroen F.A.M. Janssens, Johannes J.M. van Delden en Wilco P. Achterberg

NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A5237