Samenvatting van de standaard 'Lage rugpijn' van het Nederlands Huisartsen Genootschap

C.E.
Pfeifle

Oosterhout, juli 1996,

Met interesse hebben wij kennis genomen van de reactie van Koes et al. op ons ingezonden () naar aanleiding van hun artikel (1996;769-72).1 Hierin wordt onzes inziens niet op alle door ons geopperde zaken adequaat ingegaan.

Zo hebben wij gewezen op het feit dat de stelling over manipulatie duidelijk tegengesteld is aan de bevindingen van andere onderzoekers.23 In het commentaar wordt geciteerd uit Nederlands onderzoek om aan te geven dat deze stelling beter gefundeerd is.4 Graag hadden wij de reden van deze discrepantie toegelicht willen zien. Daarnaast is een deel van de onderbouwing van het commentaar gebaseerd op ongepubliceerd onderzoek,5 hetgeen wij (en de lezers van het Tijdschrift) niet op waarde kunnen schatten.

De nadruk op een activerend beleid is naar onze mening zeker op zijn plaats. Toch willen wij erop wijzen dat de onderbouwing hiervoor niet veel sterker lijkt dan voor andere behandelmethoden.

Met betrekking tot effectiviteitscontrole na 2 manipulatiebehandelingen herhalen wij dat dit arbitraire aantal niet op literatuurgegevens gebaseerd is. Daarnaast zien wij in de praktijk dat 2 keer zeker onvoldoende is om te kunnen beoordelen of verdere behandeling zinnig is. Tenslotte kunnen wij vaststellen dat elke goede behandelaar voor iedere behandeling zal evalueren.

Wat echter het meest onze verbazing wekte, was dat ter onderbouwing van de grotere kosteneffectiviteit van chiropractie bij acute rugklachten een observationeel onderzoek wordt aangehaald.6 Naar wij weten, wordt bij de onderbouwing van standaarden (in het bijzonder die over de lage rug), uitgegaan van gerandomiseerde klinische trials. Het selectief citeren van het onderzoek van Carey et al. is naar onze mening nogal inconsequent, met name omdat de kosteneffectiviteit van chiropractie in diverse andere observationele onderzoeken duidelijk is aangetoond.7

Graag zouden wij van de auteurs concreet commentaar willen zien op bovenstaande kritiekpunten.

C.E. Pfeifle
S.M. Rubinstein
Literatuur
  1. Faas A, Chavannes AW, Koes BW, Hoogen JMM van den, Mens JMA, Smeele LJM, et al. NHG-standaard Lage rugpijn. Huisarts Wet 1996;39:18-31.

  2. Bigos SJ, Bowyer OR, Braen GR, Brown K, Deyo R, Haldeman S, et al. Acute low back problems in adults. Clinical practice guideline nr 14. AHCPR Publication nr 95-0642. Rockville, Md.: Agency for Health Care Policy and Research, Public Health Service, US Department of Health and Human Services, 1994.

  3. Rosen M, Breen A, Hamann W. Report of a clinical standards advisory group committee on back pain. London: Her Majesty's Stationery Office, 1994.

  4. Tulder MW van, Koes BW, Bouter LM, editors. Low back pain in primary care: effectiveness of diagnostic and therapeutic interventions. Amsterdam: Faculteit der Geneeskunde Vrije Universiteit, EMGO-Instituut, 1996.

  5. Koes BW, Assendelft WJJ, Heijden GJMG van der, Bouter LM. Spinal manipulation for low back pain: and updated systematic review of randomized clinical trials. Spine [ter perse].

  6. Carey TS, Garrett J, Jackman A, McLaughlin C, Fryer J, Smucker DR. The outcomes and costs of care for acute low back pain among patients seen by primary care practitioners, chiropractors, and orthopedic surgeons. N Engl J Med 1995;333:913-7.

  7. Manga P, Angus D, Papadopoulos C, Swan W. The effectiveness and cost-effectiveness of chiropractic management of low-back pain. Ontario: University of Ottawa, 1993.