De glucosebelastingstest; een nuttig hulpmiddel voor de praktijk of alleen van belang voor epidemiologen?

H.J.
Huisjes

Het advies dat collega Doorenbos geeft in zijn commentaar (1986;851-2), nl. dat in de huisartsenpraktijk een glucosetolerantietest (GTT) geïndiceerd is bij zwangeren met glucosurie lijkt mij verder te gaan dan nodig is. Zoals Lind et al. in een fraai onderzoek hebben aangetoond, bestaat bij meer bij dan de helft van alle gezonde zwangeren intermitterende glucosurie.1 Een op dit verschijnsel gebaseerde screeningstest is onbetrouwbaar en geeft aanleiding tot vele onnodige GTT's, en derhalve tot nodeloze belasting van de zwangere en het laboratorium, met onnodig hoge kosten.

Een incidentele glucosurie hoeft bij een zwangere geen aanleiding te zijn tot het doen van een GTT. Een herhaalde glucosurie kan het vermoeden op een gestoorde koolhydraattolerantie doen rijzen. Ook dat betekent nog niet dat er een GTT moet worden gedaan. Zoals Doorenbos zelf ook aangeeft, is een postprandiale bloedsuikermeting – overigens niet noodzakelijkerwijs 2 uur na de maaltijd – voldoende. Voor de grenswaarden zie de publikatie van Que et al. in dit tijdschrift,2 en ook Lind et al.3

Voor de goede orde: de kans op een afwijkend zwangerschapsverloop bij zwangerschapsdiabetes is verhoogd, maar slechts in geringe mate. Er gaan zelfs stemmen op om de screening op zwangerschapsdiabetes geheel achterwege te laten zolang niet meer bekend is over de omvang en de aard van de risico's.4

In principe zijn collega Huisjes en ik het eens. De verantwoordelijkheid inzake de beslissing dat glucosurie niet op diabetes mellitus berust, ligt echter bij de eerstelijns-geneeskunde. Daar de nierdrempel voor glucose mede afhankelijk is van het bestaan van al dan niet gestoorde nierfunctie, moet deze beslissing genomen worden op grond van één of meer bloedsuikerbepalingen. Of volstaan kan worden met één bloedsuikerbepaling, of dat een belastingstest moet worden gedaan, is arbitrair.

H.J. Huisjes
H. Doorenbos
Literatuur
  1. Lind T, Hytten FE. The excretion of glucose during normalpregnancy. J Obstet Gynaecol Br Commonw 1972; 79: 961-5.

  2. Que DG, Landman H, Huisjes HJ, Fidler V. De ontbijttest,een eenvoudige methode ter opsporing van diabetes mellitus bij zwangeren.Ned Tijdschr Geneeskd 1983; 127:412-6.

  3. Lind T, McDougall AN. Antenatal screening for diabetesmellitus by random blood glucose sampling. Br J Obstet Gynaecol 1981; 88:346-51.

  4. Jarrett RJ. Diabetes mellitus and gestational diabetes.In: Wald NJ, ed. Antenatal and neonatal screening. Oxford: Oxford UniversityPress, 1984: 382-95.

Bijlage