Samenvatting
In de periode 1 januari 1986-31 december 1991 werd bij 71 patiënten op Curaçao AIDS gediagnostiseerd, waarmee de AIDS-incidentie gemiddeld 81 per miljoen inwoners per jaar bedroeg. Heteroseksuele overdracht van HIV bleek de voornaamste infectieroute gezien de man-vrouwverhouding van bijna 1. Pneumocystis carinii-pneumonie, ‘wasting’-syndroom en oro-oesofageale candidiasis waren de meest voorkomende indexdiagnosen, terwijl Kaposi-sarcoom, non-Hodgkin-lymfoom and harige leukoplakie niet werden waargenomen. De overlevingskans bedroeg 48 na 1 jaar en 30 na 2 jaar en was groter voor vrouwen dan voor mannen. Op grond van een stijgende incidentie van HIV-dragerschap zal de piek in de AIDS-incidentie naar verwachting tussen 1993 en 1998 bereikt worden, terwijl patiënten langer in leven zullen blijven door dure medische zorg. Derhalve zal de epidemie in de naaste toekomst ook de Nederlandse Antillen tot grote sociale en financiële last zijn.
(Geen onderwerp)
Groningen, juni 1993,
Hierbij wil ik reageren op het artikel van Ajubi en Nossent (1993; 1251-5). Tabel 1 van dit interessante artikel riep bij mij enkele vragen op. Zo wordt uit deze tabel niet duidelijk hoe het incidentiecijfer is berekend. Er was bij 12 mannelijke en 3 vrouwelijke patiënten AIDS gediagnostiseerd vóór 1988? Hoeveel van hen in de onderzoeksperiode 1986-1991? De auteurs spreken over een gemiddelde incidentie van 81 per miljoen inwoners en dit cijfer zou hoger zijn dan dat van de V.S. Curaçao heeft 146.500 inwoners, zodat alleen via extrapolatie de genoemde waarde kan worden verkregen. Het lijkt mij niet juist om te suggereren dat de incidentie van AIDS op Curaçao die van de V.S. zou overtreffen, daar Curaçao aan het begin van een AIDS-epidemie staat en berekeningen dan niet altijd even betrouwbaar zijn.
Uit tabel 1 leest men dat bij het overgrote deel van de AIDS-patiënten op Curaçao geen risicofactoren bekend zijn. De auteurs bedoelen hier waarschijnlijk; risicofactoren niet exact bekend, anders zou onvoldoende blijken hoe de HIV-infectie zich op Curaçao verspreidt. Hoe veilig zijn bloedtransfusies op Curaçao (juist in het begin van een AIDS-epidemie), of zijn alle 4 AIDS-patiënten met als risicofactor bloedtransfusies vóór 1988 besmet geraakt?
(Geen onderwerp)
Nijmegen, juli 1993,
Uit de gewaardeerde ingezonden brief van collega Bolt blijkt dat tabel 1 van ons artikel wellicht onduidelijkheden bevat, die wij graag toelichten. De door ons berekende incidentie van AIDS op Curaçao heeft betrekking op de gehele onderzoeksperiode. Dat er in de periode 1988-1991 bij meer patiënten AIDS is gediagnosticeerd dan in de 3 jaren daarvoor, betekent dat onze schatting van de incidentie eerder aan de lage kant is. Gerekend over de laatste 3 jaren van onze onderzoeksperiode zou de incidentie circa 105/miljoen inwoners bedragen, hetgeen de huidige praktijkervaring min of meer benadert en tevens in de richting komt van de reeds vermelde grotere incidentie in (op) andere Caribische (ei)landen. Voor een juiste vergelijking van incidentiecijfers is het gebruik van vaste en populatiegrootte een vereiste; dat in de literatuur wat de ziekte AIDS betreft hiervoor een aantal van 1 miljoen inwoners wordt gebruikt, maakt voor Curaçao extrapolatie noodzakelijk, maar niet onbetrouwbaar.
Het feit dat bij zoveel patiënten de wijze van besmetting niet precies bekend is geworden, geeft aan dat er (te) grote terughoudendheid bij zowel patiënten als artsen betaat om te praten over (eventuele homo)seksuele gedragen. Uit de man-vrouw-verhouding van bijna 1 kan derhalve alleen geconludeerd worden dat de besmetting van de vrouw veelal via de man verloopt; hoe de man primair geïnfecteerd is geraakt, blijft onduidelijk. Van de 4 patiënten met vroegere bloedtransfusies als risicofactor kregen er 2 AIDS vóór 1988 en 2 daarna; bloedprodukten worden op Curaçao sinds eind 1985 routinematig op HIV gecontroleerd.