Rectificatie
Wij betreuren het dat in ons artikel met bovenstaande titel, gepubliceerd in nummer 32 van dit tijdschrift (1991; 135: 1445-9), ten onrechte niet is verwezen naar het artikel van J.G.Heevel, H.H.M.de Boer, G.Bleyenberg, B.C.M.Raes. P.W.C.Kloppenborg en M.Peeters De chirurgische aspecten van maagverdeling ter behandeling van morbide vetzucht, Ned Tijdschr Geneeskd 1985; 129: 2027-31, waarvan door ons substantieel gebruik is gemaakt.
Good results in the medium-long range of vertical banded gastroplasty for control of morbid obesity
– We regret that in the article under the above title published in issue 32 of this journal (1991; 135: 1445-9), we have failed to acknowledge the article of J.G.Heevel, H.H.M.de Boer, G.Bleyenberg, B.C.M.Raes. P.W.C.Kloppenborg and M.Peeters ‘The surgical aspects of vertical banded gastroplasty for treatment of morbid obesity, Ned Tijdschr Geneeskd 1985; 129: 2027-31, of which we have made extensive use.
Samenvatting
Om de resultaten op middellange termijn van de chirurgische behandeling van patiënten met overmatige vetzucht (morbide obesitas) te analyseren, werd op de afdeling Algemene Chirurgie van het Sint Joseph Ziekenhuis in Veldhoven een retrospectief onderzoek verricht met betrekking tot de patiënten bij wie in de periode 1982-1990 een verticale maagverdelingsoperatie volgens Mason was uitgevoerd, en een onderzoek naar de resultaten na een gemiddelde follow-up van 44 (6-94) maanden. Bij 20 patiënten (16 vrouwen en 4 mannen) met een gemiddelde leeftijd van 32 (17-53) jaar die voldeden aan internationaal gehanteerde selectiecriteria was een verticale maagverdelingsoperatie verricht. Het gemiddelde gewicht voor de operatie bedroeg 124 (94-207) kg en het gemiddelde overgewicht bedroeg 60 (37-132) kg. Alle patiënten hadden ernstige psychische problemen met hun extreme vetzucht en velen hadden medische problemen, mede veroorzaakt door hun overgewicht.
Vroege postoperatieve complicaties traden op bij 5 patiënten, late complicaties bij 7 patiënten. Een heroperatie was nodig bij 2 patiënten. Er waren geen uitvallers in de follow-up; 12 patiënten werden 4 jaar of langer gevolgd. Het gemiddelde gewichtsverlies na 4 jaar bedroeg 37 (18-89) kg, overeenkomend met 28 (15-43) van het gewicht vóór de operatie en met 62 (31-89) van het preoperatieve overgewicht. Het resultaat na 4 jaar was bij 3 van de 12 patiënten onvoldoende (minder dan 50 overgewichtsverlies). Bij 10 van deze 12 patiënten waren de lichamelijke en psychische klachten subjectief sterk verminderd.
De verticale maagverdelingsoperatie lijkt een relatief veilige en effectieve ingreep. Bij het merendeel van de patiënten trad een aanzienlijk en blijvend overgewichtsverlies op de middellange termijn op. Het is niet mogelijk op grond van de gegevens reeds de vraag te beantwoorden of de risico's van de ingreep opwegen tegen de gevaren van het blijven bestaan van de obesitas op de langere termijn.
(Geen onderwerp)
Nieuwegein, oktober 1991,
Met belangstelling lazen wij het artikel van Jacobs et al. (1991;1445-9). Sinds 1984 hebben wij ervaring met maagverkleinende operaties bij morbide obesitas. Patiënten die voldeden aan de selectiecriteria, beschreven in het artikel van Jacobs et al., kregen aselect een verticale of een horizontale maagverdelingsoperatie toegewezen. Bij deze laatste werden een horizontale maagverdeling en een ‘gastric bypass door middel van een Roux-en-Y-Plastiek uitgevoerd. Bij beide typen operatie werd het stoma verstevigd met een marlex bandje teneinde dilatatie van het stoma te voorkomen.
De gegevens van 35 patiënten die minimaal 48 maanden gevolgd zijn, worden hier gerapporteerd. De gemiddelde leeftijd was 35 (19-60; SD 9) jaar. Er waren 31 vrouwen en 4 mannen. Gewicht, Quetelet-index en aantal patiënten met meer dan 50% overgewichtsverlies (criterium voor een geslaagde operatie) vóór en 1, 4, 5 en 6 jaar ná operatie waren:
De resultaten van beide operaties verschilden niet. Vroege complicaties: eenmaal trad een wondinfectie op. Late complicaties (later dan een maand na de operatie): 3 patiënten kegen galstenen. Eenmaal werd bij reoperatie een nietjeslijndehiscentie vastgesteld en tweemaal dilatatie van het marlex bandje. Bij één patiënt zagen wij bij gastroscopie 2 ulcera in de anastomose en bij een tweede een ulcus vlak na de anastomose; dit verklaarde hun veelvuldig braken. Ofschoon suppletie van vitaminen en sporenelementen werd geadviseerd, werd bij enkele patiënten een vitaminetekort geconstateerd dat op onvoldoende therapietrouw berustte. Eén patiënt bleek vijfjaar na operatie een lage serumwaarde van vitamine B12 te hebben.
Onze gegevens met betrekking tot braken zijn opmerkelijk anders dan die van Jacobs et al. Van onze patiënten braakten 8 meer dan 3 keer per week, 6 van hen hadden meer dan 50% overgewichtsverlies. Verder braakten 6 patiënten 1-3 keer per week, 4 van hen hadden meer dan 50% overgewichtsverlies. Bij de meeste patiënten bleek het zelfvertrouwen na de ingreep toegenomen.
De conclusie van Jacobs et al., dat chirurgische behandeling door middel van verticale maagverdeling een relatief veilige ingreep is bij patiënten met overmatige vetzucht onderschrijven wij en hetzelfde geldt voor horizontale maagverdeling. Dat de behandeling ‘goede’ resultaten geeft op middellange termijn (4 jaar) vonden wij ook, echter bij 6 jaar zijn wij minder optimistisch. Het succes van de operatie wordt bepaald door een verandering in het eetgedrag, maar lijkt voor een aanzienlijk aantal patiënten ook bepaald te worden door frequent braken.
(Geen onderwerp)
Veldhoven, oktober 1991,
Wij danken de collegae Slee et al. voor hun reactie op ons artikel. Hun ervaringen met maagverkleinende operaties bij morbide obesitas komen goed overeen met die van ons. Wij zijn het met hen eens dat voor behoud van het initiële gewichtsverlies een blijvende verandering van eetgedrag noodzakelijk is.
Onzes inziens kan één tot driemaal braken per week niet de enige verklaring vormen voor gewichtsverlies. Veeleer vrezen de patiënten dit braken, dat vrijwel altijd een gevolg van te veel eten dan wel onvoldoende kauwen is, zodat zij zich op grond van deze vrees zullen beperken. Bij onze patiënten was veelvuldig braken geen veel voorkomend probleem op de langere termijn. Wanneer het braken persisteerde ondanks diëtistische adviezen konden wij meestal een oorzaak vinden, eenmaal een ulcus en tweemaal een te nauw stoma (< 8 mm).