Zijn organische en functionele buikklachten te onderscheiden op grond van anamnese en psychologisch onderzoek?

Onderzoek
G. Bleijenberg
J.F.M. Fennis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:273-8
Abstract

Samenvatting

In een prospectief onderzoek werd van 308 patiënten met buikklachten een aantal psychologische en anamnestische gegevens verzameld en gerelateerd aan de uiteindelijk gestelde diagnose. Zo kon worden nagegaan of patiënten met organisch verklaarbare buikklachten psychologisch of anamnestisch te onderscheiden zijn van patiënten met functionele buikklachten. Dit bleek niet het geval te zijn. Voor de meeste variabelen was er geen statistisch significant verschil tussen de organische en functionele groep. Het bij een enkele variabele gevonden statistisch significante verschil bleek niet te kunnen bijdragen aan het onderscheid in het individuele geval. Deze bevinding mag opvallend genoemd worden, omdat ze indruist tegen de algemene opvatting hierover en ook omdat in handboeken tal van aspecten vermeld worden, die kenmerkend zouden zijn voor patiënten met functionele buikklachten.

Auteursinformatie

Sint Radboudziekenhuis, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Instituut voor Medische Psychologie: drs.G.Bleijenberg, psycholoog.

Kliniek voor Inwendige Ziekten, onderafd. Algemene Interne Geneeskunde: dr.J.F.M. Fennis, internist.

Contact drs.G.Bleijenberg

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, februari 1987,

Het onderzoek dat Bleijenberg en Fennis hebben verricht (1987;273-8), heeft zeker interessante gegevens opgeleverd. Het maken van een onderscheid tussen organische en functionele klachten, dat onder artsen helaas niet ongebruikelijk is, acht ik echter principieel onjuist.

In hun inleiding hebben de schrijvers gesteld dat men van functionele klachten spreekt, wanneer die klachten niet op een aantoonbare organische afwijking berusten. Dit uitgangspunt bevat mijns inziens een innerlijke tegenspraak, want het geeft aan dat het verschil tussen organisch en functioneel niet is gelegen in de klachten, doch in de diagnose. Als ik de kracht mis om mijn rechterarm op te heffen, dan kan bij onderzoek blijken dat deze parese niet op een neurologische aandoening berust, doch op conversiehysterie. De diagnose kan dus verschillen, de klacht blijft echter dezelfde.

Verder maak ik bezwaar tegen het gebruik van het woord functionele in de betekenis van niet-organische. Wanneer een functiestoornis niet het gevolg van een organische afwijking lijkt te zijn, dan kan deze een psychische oorzaak hebben ofwel van psychogene aard zijn. De titel van het artikel had dan ook beter kunnen luiden: Zijn bij buikklachten organische en psychogene aandoeningen te onderscheiden op grond van anamnese en psychologisch onderzoek?

C. van Goor

Nijmegen, februari 1987,

Het maken van een onderscheid tussen organische en functionele klachten is onder artsen, maar ook onder patiënten, zeer gebruikelijk. Men kan zelfs zeggen dat de somatische gezondheidszorg op dit onderscheid gebaseerd is. De implicatie van onze onderzoeksresultaten zou kunnen zijn dat het beloop van de begrippen organisch en functioneel gerelativeerd wordt.

Het verschil tussen organische en functionele buikklachten is inderdaad gelegen in de diagnose. Wanneer een lichamelijke afwijking wordt gevonden die de buikklacht zou kunnen verklaren, wordt de klacht als organisch beschouwd. Bij het ontbreken van een dergelijke verklaring, spreken wij, zoals algemeen gebruikelijk, van een functionele klacht. Het zou misschien juister zijn geweest steeds te spreken van organisch verklaarde en organisch onverklaarde buikklachten.1

Veelal wordt verondersteld dat bij organisch onverklaarde buikklachten psychologische factoren, dan wel psychische problemen, een verklaring voor de klachten vormen. Wanneer echter, zoals uit ons onderzoek blijkt, tussen patiënten met organische en functionele buikklachten geen verschillen op psychologische kenmerken kunnen worden aangetoond, is deze veronderstelling moeilijk houdbaar. Functioneel is dus niet gelijk aan psychogeen. Ook bij organisch verklaarbare buikklachten kunnen psychologische factoren een rol spelen. Het vaststellen van de oorzaak van een klacht blijft evenwel een moeilijke aangelegenheid. Zowel bij organisch verklaarde als bij functionele klachten is dit vaak niet meer dan een hypothese.

G. Bleijenberg
J.F.M. Fennis
Literatuur
  1. Bleijenberg G, Fennis JFM. Het irritable bowel syndrome: een onhanteerbare diagnose? [LITREF JAARGANG="1986" PAGINA="1177-80"]Ned Tijdschr Geneeskd 1986; 130: 1177-80.[/LITREF]