Samenvatting
Doel
Bepalen welke inschatting artsen maken van psychische factoren bij patiënten met functionele buikklachten en de samenhang tussen deze inschatting en het beloop van de buikklachten.
Opzet
Prospectief, beschrijvend.
Plaats
Academisch Ziekenhuis, polikliniek Interne Geneeskunde, Nijmegen.
Methode
Aan 120 patiënten met functionele buikklachten werd door middel van vragenlijsten gevraagd naar de ernst en de betekenis van hun klachten voor en na de bezoeken aan de arts. Bij de artsen werd nagegaan hoe zij de somatische en niet-somatische klachtdimensies bij de patiënt inschatten.
Resultaten
De artsen bleken over het algemeen de ernst en de details van de buikklachten correct waar te nemen. De aanwezigheid van prognostisch ongunstige met de klachten samenhangende opvattingen en emoties werd veel minder correct ingeschat. In de loop van de consultperiode op de polikliniek werden patiënten minder angstig en zij gingen hun klachten minder toeschrijven aan somatische afwijkingen, vooral wanneer de arts deze opvattingen in het eerste consult had onderkend. Een half jaar na het eerste polikliniekbezoek waren de buikklachten van deze gerustgestelde patiënten meer afgenomen dan van patiënten die hardnekkig vasthielden aan een lichamelijke verklaring voor hun klachten; deze laatsten maakten meer gebruik van medische voorzieningen (huisartsbezoek, medicijngebruik).
Conclusie
Systematische exploratie van de niet-somatische klachtdimensies door de arts lijkt van belang voor het verbeteren van de prognose en het verminderen van de medische consumptie bij patiënten met functionele buikklachten.
Reacties