Opzet van dit artikel
De ziektegeschiedenis wordt beschreven zoals die zich in de praktijk heeft voorgedaan. Daarbij is het commentaar van een ervaren clinicus, die niet betrokken was bij de behandeling van de patiënt, onveranderd weergegeven. Deze clinicus heeft zonder verdere consultatie de vragen beantwoord, maar blijft echter anoniem en wordt, ondanks een substantiële inbreng, niet genoemd in de auteurslijst. Het gaat om de didactische waarde van de praktijksituatie.
ziektegeschiedenis
Patiënt A, een 42-jarige man met een blanco voorgeschiedenis, werd opgenomen op de afdeling Heelkunde in verband met progressieve pijn in de linkerlies- en -heupregio. Hierbij had hij bij tussenpozen koorts, zonder een duidelijk patroon. Het lichaamsgewicht was stabiel en er bestond geen nachtzweten. Een broer van patiënt was overleden aan teelbalkanker.
Het lichamelijk onderzoek liet een matig zieke, mank lopende man zien. De lichaamstemperatuur was 38°C. Er werden geen pathologische lymfklieren gepalpeerd. De bloeddruk was 140/70 mmHg, de pols…
(Geen onderwerp)
Rotterdam, juli 2008,
In het artikel van collega Tuinman et al. ontbreekt ten onrechte in de beschrijving van het lichamelijk onderzoek het heupgewricht, is in de differentiaaldiagnose een septische artritis van het heupgewricht niet genoemd (ook het heupgewricht is anatomisch verbonden met de psoas) en is echografie van het heupgewricht achterwege gebleven (2008:1560-7).
Bij een mank lopende patiënt met pijn in de heup en koorts dient septische artritis van het heupgewricht bovenaan in de differentiaaldiagnose te staan. Bovenaan, omdat er haast is bij het beoordelen van het heupgewricht. Bij tijdige herkenning en behandeling van deze afwijking is een integraal herstel van het heupgewricht mogelijk. Als de aandoening wordt gemist, bestaat er een grote kans op destructie van het heupgewricht en levenslange invaliditeit. Echografie van het heupgewricht en, bij aanwezigheid van vocht in het heupgewricht, een echogeleide punctie en kweek van het punctaat zijn effectief voor het stellen van de diagnose. In de korte periode waarin behandeling succesvol kan zijn, draagt röntgenonderzoek van het heupgewricht niet bij aan de diagnose. Pas wanneer er irreversibele veranderingen in het heupgewricht zijn opgetreden, toont het röntgenbeeld afwijkingen. Bij klinisch onderzoek vertoont het acuut ontstoken heupgewricht in de regel bewegingsbeperking. Soms is een subtiele beperking van de rotaties van het gewricht de enige klinische afwijking.
(Geen onderwerp)
Almere, juli 2008,
Bij de opname en tijdens het verblijf van de patiënt op de chirurgische afdeling is de heup bij het algemeen lichamelijk onderzoek vanzelfsprekend beoordeeld, en niet afwijkend bevonden. In ons artikel is dat niet expliciet genoemd, hoewel wij memoreren dat er geen psoasfenomeen bestond. Impliciet maakt dat duidelijk dat geen ernstige bewegingsbeperking in de heup kan bestaan. In tabel 3, die de differentiaaldiagnose weergeeft van de heuppijn en de koorts bij de patiënt, staat wel degelijk artritis. Hieronder is de septische artritis van de heup begrepen. De a-priorikans op deze ziekte is laag, gezien een incidentie van 2:100.000 en het ontbreken van predisponerende factoren.1 Bij afwezigheid van zwelling en bewegingsbeperking in de heup zou niettemin een echografisch onderzoek nuttig geweest zijn voor het verwerpen van de differentiaaldiagnose ‘artritis’. Inmiddels had de CT-scan natuurlijk een ander licht op de zaak geworpen.
Margaretten ME, Kohlwes J, Moore D, Bent S. Does this adult patient have septic arthritis? JAMA. 2007;297:1478-88.