Een niet-herkende instabiele cervicale wervelfractuur bij een patiënt met de ziekte van Bechterew

Klinische praktijk
H.C.A. Graat
F. van Bommel
R.G. Pöll
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1903-7
Abstract

Samenvatting

Een 53-jarige man die sinds 13 jaar bekend was wegens de ziekte van Bechterew, presenteerde zich na een val van een keukentrapje met pijn in de nek op een Spoedeisende Hulp in de regio. Bij lichamelijk onderzoek en röntgenonderzoek van de cervicale wervelkolom waren geen bijzonderheden geconstateerd en patiënt was na geruststelling naar huis gestuurd. Omdat de pijnklachten in de nek persisteerden, consulteerde patiënt zijn reumatoloog. Op de nieuwe cervicale röntgenfoto’s werden fracturen gezien van Cvi en Cvii. Patiënt was voor orthopedische behandeling naar ons ziekenhuis verwezen. Tijdens behandeling met halotractie en een halovest gedurende 2,5 maand consolideerden de fracturen. Patiënten met de ziekte van Bechterew en pijn in de nek na een trauma hebben een instabiele cervicale wervelfractuur tot het tegendeel bewezen is. Men dient in alle gevallen een fractuur uit te sluiten en zo nodig aanvullend onderzoek (CT- of MRI-scan) te verrichten.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1903-7

Auteursinformatie

Slotervaartziekenhuis, afd. Orthopedische Chirurgie, Louwesweg 6, 1066 EC Amsterdam.

Hr.H.C.A.Graat, assistent-geneeskundige (thans: VU Medisch Centrum, afd. Orthopedische Chirurgie, Amsterdam); hr.F.van Bommel en hr.prof.dr.R.G.Pöll, orthopedisch chirurgen.

Contact hr.prof.dr.R.G.Pöll (orrpo@slz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

G.M.
Dikkenberg

Amsterdam, augustus 2005,

Graat et al. vestigen terecht de aandacht op de gevaren van nekwervelfracturen bij patiënten met de ziekte van Bechterew (2005:1903-7). De incidentie en de sterfte imponeren. Door de zeldzaamheid van de ziekte zullen toch weinig artsen er mee te maken krijgen, hetgeen de kans op niet-herkenning vergroot. Moet er al met ‘dual energy X-ray’-absorptiometrie (DEXA) of röntgenfoto’s aantoonbare osteoporose zijn? Was dit bij deze patiënt het geval? Het wordt niet bij de beschrijving van de foto’s vermeld en niet ieder kan dit er zelf uit opmaken. Het lijkt logisch te veronderstellen dat de kans toeneemt met de duur van de ziekte. Maar moet men er bij jonge patiënten met de ziekte van Bechterew al net zo op bedacht zijn? Moet er al cervicale ankylose zijn? Conservatieve behandeling is volgens de auteurs eerste keus (wegens operatierisico), en deze was bij de beschreven patiënten goed gelukt. Maar kan ook bij korte immobilisatie de osteoporose snel toenemen en genezing hinderen? Of zou dat ook bij operatie het geval kunnen zijn? Terecht wijzen de auteurs op het sterk verminderde vermogen een val te breken door de verstijving van de wervelkolom. Patiënten met de ziekte van Bechterew moeten in beweging blijven, maar lopen daarbij ook toenemende risico’s.

G.M. Dikkenberg