Samenvatting
Doel
Evalueren van het effect van een multidisciplinaire gedragstherapeutische behandeling van kinderen met overgewicht en obesitas in groepsverband.
Opzet
Descriptief.
Methode
De behandeling bestond uit 8 kinder- en 2 oudersessies in een periode van 10 weken, in het Sint Franciscus Gasthuis te Rotterdam. Er werd aandacht besteed aan eet- en beweeggedrag en psychosociale aspecten. Gegevens werden verzameld van de kinderen die werden behandeld in de jaren 1999-2002. Inclusiecriteria waren: leeftijd van 7-14 jaar, ‘body mass index’ (BMI) ≥ 25 kg/m2, Nederlandstalig en geen probleemgedrag volgens de ‘Child behavior checklist’ (totaalscore < 70). De uitkomstmaten waren: BMI, energie-inname, tijd tot uitputting in de Bruce-test en probleemgedrag. Er waren 3 meetmomenten: 3 maanden voor de behandeling, direct voor en direct na de behandelperiode.
Resultaten
Van de 78 kinderen die zouden deelnemen, vielen er 7 uit. Er deden 52 meisjes en 19 jongens mee, die een gemiddelde leeftijd van 10,5 jaar hadden. In de maanden voor de behandeling was er geen statistisch significante verandering in de uitkomstmaten. Tijdens de behandelperiode nam bij alle kinderen de mate van overgewicht af. De gemiddelde BMI nam af met 1,7 kg/m2 (–0,3 SDS) en de gemiddelde dagelijkse energie-inname met 1242 kJ, terwijl de ‘tijd tot uitputting’ toenam met gemiddeld 0,8 min (alle: p < 0,001). De score voor probleemgedrag nam niet statistisch significant af.
Conclusie
Bij de kinderen met overgewicht of obesitas die het behandelprogramma volgden, namen tijdens de behandelperiode de BMI en de energie-inname af en nam de fitheid toe.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1102-6
(Geen onderwerp)
Hasselt, België, juni 2005,
Met veel belangstelling lazen wij het artikel van Groen et al. (2005:1102-6). Dit artikel illustreert duidelijk de gunstige kortetermijneffecten van de beschreven aanpak.
In september 2002 zijn wij in het Virga Jesseziekenhuis te Hasselt, België, ook van start gegaan met een multidisciplinaire gedragstherapeutische groepsbehandeling voor kinderen met overgewicht en obesitas. De groepstherapie bestaat uit 6 kinder- en oudersessies, verdeeld over 12 weken.1 Tot nu toe hebben 44 kinderen de groepssessies voltooid. De ‘body mass index’ (BMI) bij aanvang van de sessies was +2,6 (0,6) standaarddeviatiescore (SDS) en op het einde van de groepssessies +2,3 (0,7) SDS, beide vergelijkbaar met de resultaten van Groen et al. De psycholoog en de diëtist blijven de patiëntjes nog gedurende 6 maanden maandelijks volgen. Op het einde van deze follow-upperiode bedroeg de BMI +2,2 (0,7) SDS. Bij 60% van de patiëntjes bleef de overgewichtsreductie aanwezig of was er een verdere afname van de BMI, terwijl dit bij 40% niet het geval is. Dit resultaat is vergelijkbaar met de gegevens uit de literatuur.2
Groen et al. beschrijven dat de patiëntjes na de groepssessies om de 3 maanden door de kinderarts gewogen en gemeten worden. Zij geven evenwel niet aan of er behalve het buddysysteem, nog enige psychologische of voedingsdeskundige begeleiding is. Kunnen de auteurs dit punt verder toelichten? Hoeveel patiëntjes behaalden respectievelijk een B- en een C-diploma? Wat zijn de langeretermijnresultaten van de ‘Dikke Vrienden Club’? Blijven de kinderen vrienden of slinkt de vriendschap weg?
Wij zijn enigszins verrast door de grote leeftijdsspreiding (7-14 jaar) en de grote spreiding van het overgewicht (BMI: 1,7-3,7 SDS). Volgens onze eigen ervaring en gegevens uit de literatuur voelen pubers en adolescenten zich minder aangesproken door groepssessies.3 Bovendien is er een groot cognitief verschil tussen een kind van 7 jaar en een puber van 14 jaar. Voor kinderen met extreme obesitas is een (kortdurende) ambulante aanpak minder efficiënt en levert een residentiële aanpak de beste resultaten.4 Onze groepssessies richten zich dan ook op kinderen van 8-12 jaar met overgewicht of hooguit matige obesitas. Oudere kinderen krijgen een individuele begeleiding aangeboden en kinderen met extreem overgewicht (> 180% van het mediane gewicht voor de lengte) worden doorverwezen naar het Zeepreventorium van De Haan, België, voor een residentiële behandeling.
Faust K, Massa G, Vanoppen A, Noldus J. With bascule in balance: a group therapeutic program for childhood obesity. Horm Res 2004;62(Suppl 2):P1-232.
Braet C, Winckel M van. Long-term follow-up of a cognitive behavioural treatment program for obese children. Behav Ther 2000;31:55-74.
Flodmark CE, Lissau I. Psychotherapy. In: Burniat W, Cole T, Lissau I, Poskitt E, editors. Child and adolescent obesity. Causes and consequences, prevention and management. Cambridge: Cambridge University Press; 2002. p. 327-44.
Braet C, Tanghe A, Bode PD, Franckx H, Winckel MV. Inpatient treatment of obese children: a multicomponent programme without stringent calorie restriction. Eur J Pediatr 2003;162:391-6.
(Geen onderwerp)
Rotterdam, juli 2005,
Graag bedanken wij Faust et al. voor hun interessante bijdrage. Zij stellen tevens enkele belangrijke vragen aan de orde, die wij graag toelichten. In de door ons beschreven behandelmethode krijgen de kinderen gedurende 3 maanden intensieve behandeling middels groepssessies. Daarna worden de kinderen om de 3 maanden teruggezien door alle disciplines van het team. Als zij het programma volledig doorlopen en het overgewichtpercentage niet terugkeert boven het niveau bij de start, dan behalen zij een B- en een C-diploma. In de praktijk ontvangen alle kinderen die niet uit het programma uitvallen dit diploma. Op lange termijn blijven sommige kinderen uit de groep met elkaar in contact, maar hierover hebben wij geen precieze data beschikbaar. De langetermijnresultaten zijn momenteel in bewerking. Wel is reeds duidelijk dat tot 1 jaar na start bij ongeveer 60% van de kinderen de reductie in overgewicht doorgaat. De resultaten van behandeling zijn gunstiger in de jongere leeftijdscategorie (7-12 jaar) dan bij de pubers (12-14 jaar). Wij zijn het eens met de suggestie van Faust et al. dat deze vorm van behandeling middels groepssessies het geschiktst lijkt voor de leeftijdscategorie 7-12 jaar.
(Geen onderwerp)