Casus
Een 46-jarige Turkse man met een blanco voorgeschiedenis presenteerde zich op de afdeling Spoedeisende Hulp met een zwelling aan de mediodorsale zijde van de proximale falanx van de rechter wijsvinger. De zwelling bestond al geruime tijd en gaf tot voor kort geen klachten. De afgelopen 2 à 3 dagen was de zwelling toegenomen en begon deze pijnlijk te worden. Bij onderzoek werd een vast-elastische, rozerode zwelling waargenomen, zonder andere ontstekingsverschijnselen (warmte, functiebeperking), los van de huid, maar gefixeerd aan de onderlaag (figuur a). De differentiaaldiagnose bevatte ganglion, muceuze cyste, sarcoom, neurofibroom en chondroom. De röntgenfoto liet geen…
(Geen onderwerp)
Roermond, augustus 2004,
Collegae Wit en Schnater beschreven een man met een zwelling aan de mediodorsale zijde van de proximale falanx van de rechter wijsvinger (2004:1590). De zwelling werd geëxtirpeerd. De histologische diagnose was ‘reusceltumor van de peesschede’ (RCTPS).
In de week van het verschijnen van dit medisch vignet kwamen er in het Laurentius Ziekenhuis in Roermond twee patiënten met dezelfde afwijking. De diagnose werd preoperatief gesteld door middel van fijnenaaldaspiratiebiopsie (FNAB). Om dit te illustreren bespreken wij hier één van de twee patiënten.
Een 54-jarige vrouw met blanco voorgeschiedenis bezocht de polikliniek Chirurgie in verband met een zwelling van de rechter wijsvinger. De röntgenfoto van deze afwijking toonde het beeld van een wekedelenzwelling, zonder relatie met de ossale structuren. Deze zwelling bevond zich laterodorsaal aan de proximale falanx van digitus II rechts. De afwijking bestond reeds enkele maanden en de laatste weken werd deze groter. Bij onderzoek werd een vast-elastische zwelling waargenomen zonder duidelijke verkleuring van de huid (figuur a). Er werd een cytologische punctie (FNAB) verricht. Het uitstrijkje toonde meerdere osteoclastachtige reuscellen met multipele kernen en op de achtergrond polygonale en spoelvormige cellen met regelmatige kernen zonder atypische kenmerken (zie figuur b). De cytologische beelden pasten bij RCTPS. Daarna werd de zwelling in toto geëxtirpeerd. De histologische diagnose was conform de cytologische.
De preoperatieve cytologische diagnose ‘RCTPS’ kan snel gesteld worden in combinatie met de volledige klinische gegevens. Door middel van een Diff-Quik-kleuring kan men op dezelfde bezoekdag deze diagnose stellen en het beleid bepalen. Het cytologisch onderzoek voorkomt de morbiditeit waarmee een open biopsie gepaard gaat en is bovendien goedkoper. Savage en Mustafa meenden dat een accurate preoperatieve diagnose de recidiefkans kan verminderen;1 bovendien voorkomt deze diagnostiek een extensievere operatieprocedure dan nodig is.
De laatste jaren zijn er meerdere artikelen gepubliceerd over de cytologische aspecten van RCTPS. Mede daarom wordt het preoperatieve cytologische onderzoek vaker gedaan dan voorheen.2-6
Savage RC, Mustafa EB. Giant cell tumor of tendon sheath (localized nodular tenosynovitis). Ann Plast Surg 1984;13:205-10.
Wakely jr PE, Frable WJ. Fine-needle aspiration biopsy cytology of giant-cell tumor of tendon sheath. Am J Clin Pathol 1994;102:87-90.
Layfield LJ, Moffatt EJ, Dodd LG, Scully SP, Harrelson JM. Cytologic findings in tenosynovial giant cell tumors investigated by fine-needle aspiration cytology. Diagn Cytopathol 1997;16:317-25.
Agarwal PK, Gupta M, Srivastava A, Agarwal S. Cytomorphology of giant cell tumor of tendon sheath. A report of two cases. Acta Cytol 1997;41:587-9.
Iyer VK, Kapila K, Verma K. Fine-needle aspiration cytology of giant cell tumor of tendon sheath. Diagn Cytopathol 2003;29:105-10.
Gupta K, Dey P, Goldsmith R, Vasishta RK. Comparison of cytologic features of giant-cell tumor and giant-cell tumor of tendon sheath. Diagn Cytopathol 2004;30:14-8.
(Geen onderwerp)
Dordrecht, september 2004,
De ingezonden brief van collegae Koopmans et al. geeft een duidelijke beschrijving van een soortgelijke casus als wij bespraken, waarbij de relatief zeldzame RCTPS werd gediagnosticeerd. Hun uitleg van de rol die FNAB en de Diff-Quik-kleuring kunnen spelen om tot de diagnose ‘RCTPS’ te komen is verhelderend en vormt een mooie aanvulling op de casus. De ervaring met de genoemde technieken en de infrastructuur van het ziekenhuis moeten natuurlijk wel toereikend zijn om de diagnose daadwerkelijk op dezelfde bezoekdag te kunnen stellen. In hoeverre de FNAB en de Diff-Quik-kleuring aanvullende waarde hebben als het om een andere afwijking of zelfs om een maligniteit gaat, wordt ons echter niet geheel duidelijk.