De arts als deskundige bij medische beroepsfouten

Perspectief
R.W.M. Giard
C.J.J.M. Stolker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:819-23
Abstract

Samenvatting

In een rechtszaak die volgt als een arts wegens een vermeende beroepsfout wordt aangeklaagd, is altijd een professioneel oordeel van een andere arts nodig. De kwaliteit van het deskundigenonderzoek is beslissend voor die van het rechterlijke oordeel. Daarbij kunnen 3 soorten problemen bestaan: de deskundige kan de professionele standaard omhoogstuwen, een ander oordeel hebben dan andere deskundigen en vooringenomen zijn door kennis van de afloop. Ter vermijding hiervan is een systematische benadering nodig waarbij rekening wordt gehouden met de wetenschappelijke stand van zaken, de klinische context, het gevolgde beleid, de mate waarin de uitkomst overeenkomt met de te verwachten uitkomst, herbeoordeling van de feiten en organisatorische aspecten. Vooral vooringenomenheid bij de deskundige doordat hij of zij bij aanvang van het onderzoek kennis heeft van de (ongunstige) afloop, noopt tot meer aandacht voor inhoudelijke en procedurele aspecten bij het totstandkomen van een deskundigenoordeel.

Auteursinformatie

Medisch Centrum Rijnmond-Zuid, locatie Clara, afd. Klinische Pathologie, Olympiaweg 350, 3078 HT Rotterdam.

Dr.R.W.M.Giard, patholoog-klinisch epidemioloog.

Universiteit Leiden, E.M.Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk Onderzoek, Leiden.

Prof.mr.C.J.J.M.Stolker, hoogleraar aansprakelijkheidsrecht.

Contact dr.R.W.M.Giard (giardr@mcrz.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, mei 2003,

Giard en Stolker (2003:819-23) bespreken de rol van de arts als deskundige bij medische beroepsfouten; onder andere verschillen tussen waarneming van verschillende artsen worden vermeld. Onbesproken blijft de vraag of het oordeel van een deskundige door hem- of haarzelf kan worden gereproduceerd. Dit blijkt niet altijd het geval te zijn. Baarslag et al. konden significante verschillen aantonen van de intraobserverovereenstemming bij de beoordeling van veneuze trombose van de armen met digitalesubtractieangiografie.1 Bij de beoordeling van glaucomateuze afwijkingen via stereoscopische foto's door op glaucoom gespecialiseerde universitaire oogartsen,2 bleek 20% van de beoordelingen niet reproduceerbaar door dezelfde specialist. De arts als deskundige bij medische beroepsfouten dient met dit fenomeen rekening te houden.

A. Knol
Literatuur
  1. Baarslag HJ, Beek ER van, Tijssen JP, Delden OM van, Bakker AJ, Reekers JA. Deep vein thrombosis of the upper extremity: intra- and interobserver study of digital subtraction venography. Eur Radiol 2003;13:251-5.

  2. Gaasterland DE, Blackwell B, Dally LG, Caprioli J, Katz LJ, Ederer F. The Advanced Glaucoma Intervention Study (AGIS): 10. Variability among academic glaucoma subspecialists in assessing optic disc notching. Trans Am Ophthalmol Soc 2001;99:177-85.

Rotterdam, mei 2003,

Collega Knol wijst terecht op de soms gebrekkige reproduceerbaarheid van menselijke beoordeling, dus ook die van de als deskundige aangezochte artsen. Wij gaven dit probleem van gebrek aan eensluidendheid op bl. 820 ook al aan en verwezen in het artikel naar een herbeoordelingsprocedure van bijvoorbeeld röntgenfoto's of microscopische preparaten, waarbij dan niet één, maar meerdere beroepsgenoten zich onafhankelijk van elkaar een oordeel vormen en de resultaten daarvan onderling worden vergeleken.1

R.W.M. Giard
C.J.J.M. Stolker
Literatuur
  1. Giard RWM, Broekman JM. Naar een objectieve herbeoordelingsprocedure bij een mogelijke diagnostische dwaling. [LITREF JAARGANG="2000" PAGINA="566-71"]Ned Tijdschr Geneeskd 2000;144:566-71.[/LITREF]