Samenvatting
Een 4-jarige jongen braakte, had buikpijn en een zichtbare zwelling in de linker bovenbuik, bij malaise sinds een week en obstipatie sinds langere tijd. Bij radiologisch onderzoek werd een grote lucht- en vochthoudende ruimte gezien in de linker bovenbuik en thoraxhelft. Peroperatief werden een maagvolvulus en een hoogstand van het diafragma gezien. Het diafragma werd gereefd en de intra-abdominale organen werden op hun oorspronkelijke plaats teruggebracht. Patiënt herstelde vlot en was daarna klachtenvrij. Relaxatio diaphragmatica is zeldzaam en komt zowel congenitaal als verworven voor. Anders dan bij congenitale hernia diaphragmatica is er hierbij een hoogstand van het (intacte maar hypoplastische) diafragma.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, september 2001,
De collegae Pragt-Weijer et al. (2001:1562-4) beschrijven een jongen met een acuut ziektebeeld met sinds één dag bestaande klachten van buikpijn, braken en een zwelling in de bovenbuik, dat zij op grond van het aanvullend onderzoek toeschrijven aan hoogstand van het linker diafragma. Terloops geven de auteurs aan dat de jongen tevens een ‘geroteerde maag’ had, die bij de verrichte operatie in de juiste positie werd gefixeerd.
Mijn interpretatie van de ziektegeschiedenis op grond van de verstrekte gegevens en van figuur 2 is echter anders dan die van de auteurs. Op de contrastfoto is immers het typische beeld zichtbaar van een mesenteroaxiale volvulus van de maag. Hierbij is de maag over 180° of meer getordeerd rond een as die dwars staat op de lengteas (cardia-pylorus). Dit is een meestal acuut optredende aandoening die leidt tot ernstige passage- en eventueel ook circulatiestoornissen, met de beschreven klachten als gevolg.1 2 Zowel de mesenteroaxiale als de meestal minder acuut en dramatisch verlopende organoaxiale volvulus treedt op als gevolg van onvoldoende fixatie van de maag aan de omringende weefsels en kan dan ook worden gevonden bij congenitale afwijkingen als asplenie, malrotatie van het colon en hernia diaphragmatica.1 2 Ook postoperatieve mesenteroaxiale volvulus is beschreven.3 Het is onwaarschijnlijk dat de relaxatio diaphragmatica - die, zoals de auteurs al aangeven, lang klachtenvrij kan blijven en meestal luchtwegproblemen veroorzaakt - een dusdanig acuut ziektebeeld zou veroorzaken. De enige rol die de diafragmarelaxatie naar mijn mening dan ook speelt in de ziektegeschiedenis van deze patiënt, is een faciliterende. De titel van deze bijdrage had beter kunnen luiden: ‘Buikpijn en braken: een 4-jarige jongen met mesenteroaxiale volvulus van de maag’.
Campbell JB, Rappaport LN, Skerker LB. Acute mesentero-axial volvulus of the stomach. Radiology 1972;103:153-6.
Sawaguchi S, Ohkawa H, Kemmotsu H, Akiyama H, Nakajo T, Kitamura T. Idiopathic gastric volvulus in infancy and childhood. Z Kinderchir 1981;32:218-23.
Colijn AW, Kneepkens CMF, Taets van Amerongen A, Ekkelkamp S. Gastric volvulus following anterior gastropexy. J Pediatr Gastroenterol Nutr 1993;17:105-7.
(Geen onderwerp)
Groningen, oktober 2001,
Collega Kneepkens merkt terecht op dat de rotatie van de maag en niet de hoogstand van het linker diafragma als waarschijnlijkste oorzaak van de pijnklachten van de beschreven patiënt moet worden aangemerkt. Wij zijn het met deze bewering eens. De geroteerde maag, inderdaad duidelijk zichtbaar in figuur 2, bracht ons op het spoor van de diagnose ‘relaxatio diaphragmatica’. Hoewel maagrotatie ook een interessante diagnose is, wilden wij ons in deze casus richten op de zeldzame diagnose ‘relaxatio diaphragmatica’. Wij hadden deze keuze wellicht moeten toelichten in het artikel. Zoals wij beschreven, had deze patiënt waarschijnlijk al zijn gehele leven deze hoogstand. Echter, op het moment van de acute klachten van buikpijn en braken, was deze diagnose nog nooit bij onze patiënt gesteld. Het voerde helaas te ver om in dit artikel uit te weiden over de geroteerde maag.