Vrouwen en deeltijdarbeid in het medische beroep

Perspectief
Th.M. Vroom
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1167-71
Abstract

Samenvatting

Tijdens een Tijdschriftconferentie kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: (a) deeltijdwerk in de geneeskunde is weliswaar maatschappelijk algemeen aanvaard voor mannen en vrouwen, maar kan niet bepaald worden aanbevolen als men wil opklimmen tot hogere functies; (b) door de lange opleidingsduur in de geneeskunde worden paarvorming en gezinsopbouw bij artsen pas laat gerealiseerd; (c) de ambitie van vrouwelijke artsen, die ruimschoots aanwezig is bij het artsexamen, blijkt vaak niet verder te reiken dan de zwangerschap; (d) in de carrière van vrouwelijke artsen ontstaat een knik die voornamelijk veroorzaakt wordt door de gezinstaken en de gebrekkige kinderopvangmogelijkheden in Nederland; (e) de huidige overbelasting van geneeskunde(top)functionarissen leidt bij veel vrouwen niet bepaald tot het ambiëren van een dergelijke functie.

Vrouwen die geneeskunde gaan studeren, dienen veel eerder dan thans het geval is te bedenken wat hun aan keuzen te wachten staat en wat zij binnen hun mogelijkheden willen en kunnen worden in het brede gebied van de geneeskunde. Het met voortvarendheid werken aan verkorting van de opleiding kan ertoe leiden dat een kinderwens eerder gerealiseerd kan worden.

Auteursinformatie

Mw.prof.dr.Th.M.Vroom, emeritus hoogleraar Pathologie, Egelantiersgracht 201, 1015 RJ Amsterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

W.M.J.
Bosboom

Utrecht, juni 1999,

Naar aanleiding van het artikel waarin prof.dr.Th.M.Vroom de Tijdschriftconferentie ‘Vrouwen en deeltijdarbeid in het medische beroep’ goed heeft samengevat (1999:1167-71), willen wij enkele inhoudelijke opmerkingen maken en aanvullingen geven als verdere bijdrage aan de gedachtevorming over dit, zowel persoonlijk als maatschappelijk gezien, belangrijke onderwerp.

Vrouwen blijken uitstekende artsen te zijn. Alleen vrouwen kunnen kinderen baren. Vrouwen dragen nog steeds een groot gedeelte van de zorg voor het gezin. Kortom, de ‘ter beschikking staande mogelijkheden’ van de vrouw (1999:1171) zijn groter dan die van de man; dat heeft de natuur zo bepaald. Wil de vrouw al haar mogelijkheden benutten, dan kan de behoefte aan deeltijdarbeid ontstaan. Dit komt niet door een gebrek aan ambitie, zoals het artikel suggereert, maar door een gebrek aan tijd.Moeten vrouwen geen arts worden? Moeten vrouwelijke artsen zich slechts op een beperkt aantal specialismen richten? Moeten vrouwelijke artsen geen kinderen krijgen? Moeten vrouwelijke artsen niet voor hun kinderen zorgen? Of moet er voor iedereen, vrouw én man, de mogelijkheid bestaan werk en zorg voor een gezin te combineren? Wie het meest voor dit laatste voelt, moet zich realiseren dat er hiervoor dan ook goede mogelijkheden gecreëerd dienen te worden. Het korter maken van de opleiding is niet voldoende, omdat er ook - of misschien juist - na de opleiding van de arts die ouder is (én ouder is) thuis en op het werk vaak veel gevraagd wordt. Het bestaan van de mogelijkheid, voor doctoraalstudent tot en met specialist, in deeltijd te werken, lijkt de enige echte oplossing. Deeltijdarbeid zou, indien er sprake is van een goede overdracht en goede bereikbaarheid, geen problemen hoeven op te leveren.1 Immers, ontheffing van patiëntenzorgtaken - ook in de intramurale zorg - wegens taken als management, onderwijs, onderzoek en praktijk elders, is al sinds jaar en dag mogelijk en geaccepteerd. Het mogelijk maken van het in deeltijd werken ten behoeve van taken thuis is een kwestie van acceptatie en reorganisatie. Laat hier de discussie verdergaan, niet alleen om principiële, maar ook om praktische redenen; feminisering in het medische beroep is immers, zoals ook dit artikel aangeeft, een feit,1 en het zou zonde zijn als vrouwelijke artsen hun genen en wijsheden niet doorgeven.

W.M.J. Bosboom
J.W. Hop
R.M. van den Berg-Vos
M.C. Visser
Literatuur
  1. Meyboom-de Jong B. Feminisering van de geneeskunde. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143:1134-6.