Neuro-otologische complicaties van middenoorontstekingen; het belang van vroegtijdige herkenning

Onderzoek
F.W.J. Albers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:1726-9
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen van kenmerken voor de vroegtijdige diagnostiek van neuro-otologische complicaties van middenoorontstekingen.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Academisch Ziekenhuis Groningen.

Methode

De ziektegeschiedenis van 11 patiënten met neuro-otologische complicaties van middenoorontstekingen uit de periode 1992-1995 werd geanalyseerd, alsmede per patiënt het tijdsinterval tussen de eerste melding van de met de complicatie samenhangende symptomen en het begin van doelgerichte behandeling.

Resultaten

Bij 10 van de 11 patiënten behoorden persisterende koorts en (of) hoofdpijn tot de vroege symptomen van een complicatie. Ernstige restverschijnselen werden voornamelijk waargenomen bij een relatief groot tijdsinterval tussen de eerste symptomen en het tijdstip van diagnose en therapie. Het laat stellen van de correcte diagnose kon als de belangrijkste vertragende factor worden beschouwd.

Conclusie

Vroegtijdige herkenning van neuro-otologische complicaties van middenoorontstekingen op basis van de vroege symptomen persisterende koorts en hoofdpijnklachten kan leiden tot vermindering van morbiditeit en sterfte.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. KNO-heelkunde, Postbus 30.001, 9700 RB Groningen.

Prof.dr.F.W.J.Albers, KNO-arts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

F.L.
van Buchem

Tilburg, augustus 1996,

In het artikel van collega Albers lezen wij dat de incidentie van en de morbiditeit door neuro-otologische complicaties van middenoorontstekingen spectaculair zijn afgenomen na de introductie van antibiotica (1996;1726-9). Op zich is deze bewering juist, maar het is nog maar de vraag of antibiotica voor deze verlaging van incidentie hebben gezorgd. Verbetering van de algemene gezondheidstoestand en van de leefomgeving en de variatie in de pathogeniteit en de epidemiologie van de veroorzakende bacteriën zijn waarschijnlijk van meer belang geweest.

De standaard ‘Otitis media acuta’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap, die in mei 1990 is gepubliceerd en de consensus van het Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing uit november 1990 adviseren, onzes inziens terecht, een terughoudend antibioticumbeleid.12 Bij kinderen ouder dan 2 jaar met otitis media acuta dienen alleen antibiotica gegeven te worden wanneer na 3 dagen nog steeds koorts en (of) oorpijn bestaan.

Wij missen in het artikel van Albers gegevens over de beginbehandeling bij die gevallen waarbij neuro-otologische complicaties zijn opgetreden. Was er wel of niet volgens deze richtlijn behandeld en welke micro-organismen zijn geïsoleerd? Deze gegevens zijn belangrijk ter verdere validering van het vigerende beleid bij de behandeling van otitis media acuta.

F.L. van Buchem
M.F. Peeters
Literatuur
  1. Appelman CLM, Bossen PC, Dunk JHM, Lisdonk EH van de, Melker RA de, Weert HCPM van. NHG-standaard Otitis media acuta. Huisarts Wet 1990;33:242-5.

  2. Hordijk GJ. Consensus over therapie bij otitis media acuta. [LITREF JAARGANG="1992" PAGINA="85-8"]Ned Tijdschr Geneeskd 1992;136:85-8.[/LITREF]

Groningen, september 1996,

De spectaculaire afname van de morbiditeit en de sterfte van neuro-otologische complicaties van middenoorontstekingen in een relatief korte periode na de introductie van antibiotica kan in hoofdzaak beschouwd worden als een direct effect van de antibiotica. Daarnaast is het evident dat additionele factoren zoals de algemene gezondheid, omgevingsomstandigheden, epidemiologische aspecten en verbeterde microchirurgische technieken eveneens van invloed kunnen zijn op het ontstaan en het beloop van deze ziekte.

De initiële behandelingsvormen van de middenoorontstekingen in de onderzochte groep waren grotendeels in overeenstemming met de richtlijnen zoals weergegeven in de consensustekst. De geïsoleerde micro-organismen vertoonden het spectrum dat gewoonlijk wordt aangetroffen bij acute of chronische middenoorontstekingen. Overigens rechtvaardigt het beperkte patiëntenaantal geenszins validering van het vigerende beleid ten aanzien van de behandeling van acute middenoorontstekingen. Het artikel vormt eerder een pleidooi voor het gebruik van klinisch inzicht naast de toepassing van protocollaire geneeskunde.

F.W.J. Albers