Toename van het risico op endometriumcarcinoom na behandeling van mammacarcinoom met tamoxifen

Onderzoek
J. Benraadt
F.E. van Leeuwen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1381-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Het vaststellen van het risico op endometriumcarcinoom bij vrouwen die in verband met een mammacarcinoom behandeld zijn met tamoxifen.

Opzet

Patiënt-controleonderzoek.

Plaats

Landelijk onderzoek.

Methoden

Door 8 van de 9 regionale kankerregistraties en 2 ziekenhuisregistraties van het Nederlands Kanker Instituut Antoni van Leeuwenhoekhuis Ziekenhuis en de Dr. Daniel den Hoed Kliniek werden 98 patiënten geselecteerd, bij wie meer dan 3 maanden na een mammacarcinoom de diagnose ‘endometriumcarcinoom’ was gesteld. Gedetailleerde gegevens werden verzameld over de behandeling van deze 98 patiënten, alsmede over de behandeling van de 285 controlepersonen die gematcht waren op leeftijd, incidentiejaar van het mammacarcinoom en overleving en bij wie de uterus aanwezig was.

Resultaten

Van de patiënten had 24 ooit tamoxifen gebruikt, van de controlepersonen 20 (relatief risico: 1,3; 95-betrouwbaarheidsinterval: 0,7-2,4). Het risico van endometriumcarcinoom bij vrouwen die tamoxifen langer dan 2 jaar hadden geslikt, was verhoogd met een factor 2,3 (0,9-5,9). Het risico nam significant toe bij langer gebruik van tamoxifen (trend-toets: p = 0,049), en bij toename van de cumulatieve dosis (p = 0,046). De toename van het risico werd niet beïnvloed door de dosis per dag (40 mg of 30 mg of minder).

Conclusie

In ons onderzoek vergrootte tamoxifengebruik het risico op endometriumcarcinoom bij patiënten na een eerder mammacarcinoom. Dit oestrogene effect van tamoxifen was niet afhankelijk van dosisintensiteit. Artsen moeten alert zijn op het verhoogde risico op endometriumcarcinoom ten gevolge van tamoxifengebruik.

Auteursinformatie

Integraal Kankercentrum Amsterdam, Amsterdam. Mw.J.Benraadt, internist (tevens: Integraal Kankercentrum Stedendriehoek Twente, Enschede). Nederlands Kanker InstituutAntoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, afd. Epidemiologie, Plesmanlaan 121, 1066 CX Amsterdam. Mw.dr.ir.F.E.van Leeuwen, epidemioloog.

Contact mw.dr.ir.F.E.van Leeuwen

Verantwoording

Rapporteurs namens: F.W.Diepenhorst, regiomanager (Integraal Kankercentrum Amsterdam; IKA); H.van Tinteren, methodoloog (IKA); mw.A.W.van den Belt-Dusebout, onderzoeksassistent (Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Amsterdam); dr.J.W.W.Coebergh, arts-epidemioloog (Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven); dr.L.A.L.M.Kiemeney, epidemioloog (Integraal Kankercentrum Oost, Nijmegen); C.H.F.Gimbr?re (Integraal Kankercentrum Midden Nederland, Utrecht); mw.dr.R.Otter, internist (Integraal Kankercentrum Noord, Groningen); L.J.Schouten, arts-epidemioloog (Integraal Kankercentrum Limburg, Maastricht); R.A.M.Damhuis, arts-epidemioloog (Integraal Kankercentrum Rotterdam); mw.M.Bontenbal, internist (Dr. Daniel den Hoed Kliniek, Rotterdam).

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

F.P.H.L.J.
Dijkhuizen

Veldhoven, juli 1995,

Met veel interesse lazen wij het artikel van Benraadt en Van Leeuwen (1995;1381-1).

Tot op heden is het onduidelijk of en hoe gynaecologische controle van deze patiënten behoort te geschieden. Postmenopauzaal bloedverlies of fluorklachten bij vrouwen die tamoxifen gebruiken, vereisen zonder uitstel endometriumdiagnostiek. Of echter alle vrouwen die tamoxifen gebruiken en geen gynaecologische klachten hebben, behoren te worden gescreend op endometriumafwijkingen, blijft een punt van discussie.12

De anti-oestrogene eigenschap van tamoxifen wordt als oorzaak gezien van de gunstige effecten bij de adjuvante behandeling van het mammacarcinoom. Het oestrogene effect van tamoxifen wordt in verband gebracht met proliferatie van het endometrium, groei van myomen, ontstaan van endometriumpoliepen en -hyperplasie bij 25% van de patiënten en het ontstaan van een endometriumcarcinoom bij 100-200 vrouwen per 105 per jaar.34 Gecorrigeerd voor een Europese standaardbevolking, was de incidentie van het endometriumcarcinoom in Nederland in de periode 1989-1991 15,0-15,9 per 105 vrouwen per jaar.5

Dit oestrogene effect op de uterus en het endometrium kon worden bevestigd in een onlangs verricht onderzoek in het Sint Joseph Ziekenhuis te Veldhoven. Bij 102 postmenopauzale borstkankerpatiënten, van wie 48 tamoxifen gebruikten en 54 geen hormonale therapie ontvingen, werd transvaginale echoscopie van uterus en endometrium verricht. Bij vrouwen die tamoxifen gebruikten, liet transvaginale echoscopie een significant groter uterusvolume en een dikker en onregelmatiger endometrium zien.

Transvaginale echoscopie is door haar hoge sensitiviteit en negatief voorspellende waarde voor endometriumafwijkingen zeer geschikt voor het uitsluiten van endometriumafwijkingen. In de literatuur wordt een afkapwaarde van de enkelzijdige endometriumdikte van 2,5-3,0 mm geadviseerd voor het doen van nadere endometriumdiagnostiek bij vrouwen met postmenopauzaal bloedverlies.67 In ons onderzoek werden bij een endometriumdikte van 3 mm of meer hysteroscopie en curettage verricht. In de tamoxifengroep werden in 30% en bij de controlegroep in 6% endometriumafwijkingen (vooral poliepen) gevonden. Endometriumcarcinomen werden in geen van beide groepen gevonden.

Mede gezien het iatrogene karakter van de met tamoxifen samenhangende endometriumafwijkingen en de toegenomen ongerustheid van kankerpatiënten over een tweede maligniteit, denken wij dat bij postmenopauzale borstkankerpatiënten zonder gynaecologische klachten die tamoxifen gebruiken transvaginale echoscopie periodiek wenselijk is.

F.P.H.L.J. Dijkhuizen
H.A.M. Brölmann
R.M.H. Roumen
F.H. Bastin
A.P.M. Heintz
Literatuur
  1. Neven P, Muylder X de, Belle Y van, Campo R, Vanderick G. Tamoxifen and the uterus. BMJ 1994;309:1313-4.

  2. Bissett D, Davis JA, George WD. Gynaecological monitoring during tamoxifen therapy. Lancet 1994;344:1244.

  3. Fisher B, Constantino JP, Redmond CK, Fisher ER, Wickerham DL, Cronin WH. Endometrial cancer in tamoxifen-treated breast cancer patients: findings from the national surgical adjuvant breast and bowel project (NSABP) B-14. J Natl Cancer Inst 1994;86:527-37.

  4. Kedar RP, Bourne TH, Powles TJ, Collins WP, Ashley SE, Cosgrove DO, et al. Effects of tamoxifen on uterus and ovaries of postmenopausal women in a randomised breast cancer prevention trial. Lancet 1994;343:1318-21.

  5. SIG Health care information. Incidence of cancer in the Netherlands, 1991. Utrecht: SIG, 1994.

  6. Granberg S, Wikland M, Karlsson B, Norström A, Friberg LG. Endometrial thickness as measured by endovaginal ultrasonography for identifying endometrial abnormality. Am J Obstet Gynecol 1991; 164:47-52.

  7. Brölmann HAM, Linden PJQ van der, Bongers MY, Moret E, Meuwissen JHJM. Echoscopische diagnostiek van endometriumafwijkingen: de samenhang met de histologische uitslag bij 112 patiënten. [LITREF JAARGANG="1993" PAGINA="1823-7"]Ned Tijdschr Geneeskd 1993;137:1823-7.[/LITREF]