Meralgia paraesthetica, afgeleid van het Griekse woord ‘meros’ voor dij en ‘algos’ voor pijn, is de term voor de sensibele compressiemononeuropathie van de N. cutaneus femoralis lateralis. Dit syndroom behelst de aanwezigheid van pijn en hinderlijke tintelingen op het laterale deel van het dijbeen. De volledige benaming luidt meralgia paraesthetica lateralis, want de andere gedeelten van het dijbeen worden door aparte zenuwtakken verzorgd.1
Hoewel de aandoening reeds bijna een eeuw als zodanig wordt benoemd, zijn slechts weinig (huis)artsen bekend met het klinische beeld.2 Dit artikel geeft een samenvatting van de huidige inzichten omtrent pathogenese, diagnostiek en therapie op grond van literatuuronderzoek.
De incidentie en de prevalentie in Nederland zijn uit registratiegegevens niet af te leiden aangezien de aandoening slechts geregistreerd wordt in de groep ‘overige zenuwaandoeningen’3 of ‘overige sensibiliteitsstoornissen’.4 Gezien het vaak milde beloop ziet de huisarts een beperkt deel van alle gevallen en komt de…
(Geen onderwerp)
Maarssen, februari 1994,
Smid en Hoekstra gebruiken enkele malen het woord ‘dijbeen’, onder andere in ‘tintelingen op het laterale deel van het dijbeen’, waar ‘dij’ of ‘bovenbeen’ behoort te staan (1994;392-4). Het dijbeen (= femur) is een been of bot. De dij (= bovenbeen) is een lichaamsdeel. Het woord ‘meros’ (Grieks voor bovenbeen) is in de term ‘meralgia paraesthetica’ gebruikelijk, echter niet afzonderlijk in de medische anatomie; wel in de zoölogie bijvoorbeeld in de term ‘mero-stomata’: een klasse der geleedpotigen bij wie de 2 x 5 dijen om de mond (stoma) liggen.
Verderop staat: ‘... pijnlijke tintelingen gelokaliseerd op het anterolaterale dijbeen’, terwijl er moet staan ‘op het anterolaterale deel van de huid van de dij’.