In de laatste twintig jaar hebben de wetenschappelijke en de algemene pers ettelijke gevallen gesignaleerd van fraude, plagiaat en andere vormen van wetenschappelijk wangedrag. ‘Louis Pasteur was een fraudeur’, kopte onlangs de voorpagina van NRC Handelsblad.1 Het is mijn bedoeling in dit artikel enkele nieuwere gevallen van fraude in de biomedische wetenschappen te bespreken, de Nederlandse situatie te bezien en preventieve maatregelen voor te stellen.
Wat wordt bedoeld met ‘wetenschappelijk wangedrag’? Volgens de definitie van de Amerikaanse Public Health Service vallen hieronder: het verzinnen en het vervalsen van gegevens, plagiaat en andere praktijken die in belangrijke mate afwijken van wat algemeen aanvaard wordt in de wetenschappelijke gemeenschap ten aanzien van onderzoeksvoorstellen alsmede uitvoering en verslaglegging van research.2 Het gelijktijdig indienen van een manuscript bij diverse tijdschriften valt in de categorie ‘overige afwijkende praktijken’ van het Office of Scientific Integrity (OSI) van de National Institutes of Healht (NIH).3…
(Geen onderwerp)
Maarsen, augustus 1993,
De Jong verschaft een inzichtelijk geannoteerde anthologie aangaande manipulaties bij biomedisch onderzoek (1993: 1408-13). Graag wil ik een correctie geven met betrekking tot de weergave van het wangedrag van Darsee, en een aanvulling op de paragraaf aangaande preventieve maatregelen.
De Jong stelt dat de cardioloog Darsee zijn recorder sneller liet lopen en aldus hemodynamische waarnemingen bij zijn hondeproeven in kortere tijd verrichtte. Het vergroten van de opnamesnelheid van de recorder is echter op zich geen fraude. Integendeel, vanuit meettechnisch oogpunt bezien kan een hogere snelheid zelfs noodzakelijk zijn. Toename van deze snelheid levert evenwel geen tijdwinst, aangezien de geregistreerde hemodynamische grootheden gerelateerd zijn aan de tijdschaal (casu quo hartfrequentie). De weergave van de truc van Darsee, zoals vermeld in de bron die De Jong citeert, is dan ook anders.1 Darsee volgde een triviale strategie waarbij het ‘meetprotocol’ aansluitend werd herhaald bij dezelfde hond, terwijl hij elke meetserie voorzag van een nieuwe datum.
In zijn paragraaf ‘Lering voor Nederland’ roept De Jong Nederlandse universiteiten en subsidiegevers op te denken conform Anglo-Amerikaanse lijnen aangaande wetenschappelijk wangedrag. Graag wil ik wijzen op het feit dat onze noorderburen zich reeds zorgvuldig hebben gebogen over deze kwestie; vorig jaar verscheen van de zijde van de Danish Medical Research Council een informatief boek over deze materie.2 De inhoud van het Deense rapport is in het Engels vertaald, en derhalve redelijk toegankelijk voor ons. Vermelding lijkt dus passend te zijn. Naast rapportage over enkele incidenten als gemeld door De Jong, geeft dit boek veel informatie over preventie van fraude met daarbij legio aanbevelingen. Een concrete invulling van preventie verschaft Hoshiko door beschrijving van een cursus van 15 sessies handelend over diverse aspecten van verantwoordelijk gedrag bij wetenschappelijk onderzoek.3
Broad WJ. Harvard delays in reporting fraud. Science 1982; 215: 478-82.
Anderson D, Attrup L, Axelsen N, Riis P. Scientific dishonesty & good scientific practice. Copenhagen: Statens Information, 1992.
Hoshiko T. Responsible conduct of scientific research: a one-semester course for graduate students. Am J Physiol 1993; 264: S8-S10.
(Geen onderwerp)
Rotterdam, augustus 1993,
In mijn artikel heb ik Darsees dierexperimentele fraude niet goed weergegeven. Ik stel de correctie van Kerkhof op prijs. Dat geldt ook voor zijn aanvulling ten aanzien van de Deense stellingname; mij waren alleen titels van ontoegankelijke publikaties bekend. De nieuwere informatie geciteerd door Kerkhof moge een verdere aansporing zijn in Nederland gerede actie te ondernemen.
Ten slotte als addendum bij mijn artikel: het Amerikaanse Public Health Service's Office of Research Integrity heeft deze zomer zijn eerste 14 zaken afgerond. Deze organisatie van de National Institutes of Health (NIH) heeft de betrokken wetenschappers (onderzoek op het gebied van onder andere AIDS, hersentumoren en cocaïnegebruik; 3 gevallen van plagiaat en 11 van onderzoeksfraude) in een federaal register aan de schandpaal genageld. Zij zijn veelal voor ettelijke jaren van overheidssteun uitgesloten.1
Anonymus. ORI releases names of researchers involved in confirmed cases of scientific misconduct: information to be placed in Federal Register. Pursuit (Wake Forest University Research Information Bulletin), 1993.