Classificatie en behandeling van ernstige obstipatie

Klinische praktijk
J.J.B. van Lanschot
W.R. Schouten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1027-32

In onze westerse samenleving is obstipatie een veel voorkomend probleem. Onderzoeken in Engeland en Amerika hebben uitgewezen dat naar schatting 20 van de bevolking sporadisch en 3 min of meer regelmatig laxantia gebruikt.12 Van de gezonde populatie heeft 99 een defecatiefrequentie die varieert van 3 maal daags tot 3 maal per week;1 een defecatiefrequentie van minder dan 3 maal per week wordt als abnormaal beschouwd.3 Ook een bemoeilijkte evacuatie van ontlasting wordt obstipatie genoemd.

Obstipatie is een symptoom dat bij talloze aandoeningen kan optreden. Een overzicht van de meest voorkomende oorzaken staat in de tabel. Voor het merendeel der patiënten is een conservatieve behandeling afdoende. Hiertoe behoren het geven van dieetadviezen, het voorschrijven van leefregels (lichaamsbeweging, direct gevolg geven aan de defecatiedrang) en, indien mogelijk, het staken van medicatie die de motorische activiteit van het colon nadelig beïnvloedt. Zo nodig kunnen hieraan laxeermiddelen worden toegevoegd…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Algemene Heelkunde, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Dr.J.J.B.van Lanschot en dr.W.R.Schouten, chirurgen.

Contact dr.J.J.B.van Lanschot

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Leiden, juni 1991,

Met veel belangstelling namen wij kennis van het overzichtelijke artikel van collegae Van Lanschot en Schouten over constipatie (1991;1027-32). In het gedeelte over inwendige prolaps of intussusceptie van het rectum wordt aan deze radiologisch vastgestelde diagnose uiteenlopende symptomen toegeschreven. Gaarne willen wij erop wijzen dat deze bevinding regelmatig bij personen zònder symptomen worden aangetroffen.1 Behandeling van de inwendige intussusceptie zonder meer dient danook te worden ontraden. Wij toonden aan dat bij patiënten bij wie een onvolledig ontledigingsgevoel na defecatie het opvallendste symptoom is, een gunstig resultaat van posterieure rectopexie te verwachten is indien op het defecogram een inwendige intussusceptie in combinatie met een enterocele is vastgesteld.2 Wij willen benadrukken dat de eventuele behandeling van de inwendige intussusceptie niet los moet worden gezien van het klachtenpatroon van de patiënt (zoals de auteurs terecht stellen) en dat tevens de resultaten van anorectalefunctieonderzoek zoals elektromyografie en manometrie een rol spelen in het therapeutisch beleid.

R.H. Kruyt
J.B.V.M. Delemarre
Literatuur
  1. Goei R, Engelshoven J, Schouten H, Baeten C, Stassen C. Anorectal function: Defecographic measurement in asymptomatic subjects. Radiology 1989; 173: 137-41.

  2. Kruyt RH, Delemarre JBVM, Gooszen HG, Vogel HJ. Selection of patients with internal intussusception of the rectum for posterior rectopexy. Br J Surg 1990; 77: 1183-5.

J.J.B.
van Lanschot

Rotterdam, juli 1991,

De collegae Kruyt en Delemarre zijn wij erkentelijk voor hun waardevolle commentaar. Zij onderstrepen nogmaals, dat de indicatie tot operatieve behandeling van een inwendige rectumprolaps met terughoudendheid dient te worden gesteld. Bij een gecombineerd vóórkomen van een inwendige rectumprolaps en een enterocele zijn ook wij geneigd tot operatie over te gaan. In dat geval zijn wij echter gewend niet alleen een posterieure rectopexie uit te voeren, doch tevens in samenwerking met de gynaecoloog de vaginatop met een niet-resorbeerbare kunststof strook te fixeren hoog aan de presacrale fascie (zogenaamde Rust-plastiek). Vooral door deze additionele maatregel wordt de bodem van het te diepe cavum Douglasi opgetrokken en het uitzakken van darmlissen tussen rectum en vagina voorkómen.

J.J.B. van Lanschot
W.R. Schouten

Nijmegen, juni 1991,

In het boeiende artikel van de collegae Van Lanschot en Schouten wordt een aantal oorzaken van defecatiestoornissen bij volwassenen besproken waarbij chirurgische therapie zinvol kan zijn (1991;1027-32). In het overzicht ontbreekt echter de laag-thoracale (laterale) hernia nuclei pulposi, welke eveneens obstipatie kan geven – al dan niet met atypische klachten van de ingewanden en pijn in zijde en lies.12

O.J.M. Vogels
Th.W. Polder
Literatuur
  1. Epstein JA. The syndrome of herniation of the lower thoracic intervertebral discs with nerve root and spinal cord compression. A presentation of four cases with a review of the literature, methods of diagnosis and treatment. J Neurosurg 1954; 11: 525-38.

  2. Epstein BS. The spine. A radiological text and atlas. Philadelphia: Lea & Febiger, 1962.

J.J.B.
van Lanschot

Rotterdam, juli 1991,

Zoals in de door ons opgenomen tabel staat vermeld, kunnen uiteenlopende aandoeningen van het centrale en perifere zenuwstelsel aanleiding geven tot ernstige obstipatie. Het is zeer waardevol dat de collegae Vogels en Polder erop wijzen dat van deze aandoeningen met name de laag-thoracale, laterale hernia nuclei pulposi operatief goed kan worden behandeld.

J.J.B. van Lanschot
W.R. Schouten