Kleine kwalen in de huisartsgeneeskunde; furunkel, karbunkel en furunculose

Klinische praktijk
A. Bukman
T.O.H. de Jongh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:2432-3

Furunkels (steenpuisten) en karbunkels (negenogen) zijn aandoeningen die de huisarts vroeger meer zag dan tegenwoordig.1 De incidentie ervan in de huisartspraktijk is thans 5,7 per 1000 patiënten per jaar; de aandoeningen komen het meest voor bij mannen van 15 tot 29 jaar.2 De exacte incidentie in de Nederlandse bevolking is niet bekend. Waarschijnlijk ziet de huisarts slechts een beperkt deel van alle gevallen. Wanneer hinder, pijn of ontsiering optreden, zal om behandeling gevraagd worden. Meestal behandelt de huisarts zelf; niet meer dan 6 van de patiënten wordt verwezen naar een specialist.3

Pathogenese

De furunkel wordt in het overgrote deel van de gevallen veroorzaakt door Staphylococcus aureus, slechts bij uitzondering door S. epidermidis.4-9 Het is een diep gelegen, inflammatoire nodulus, welke zich ontwikkelt uitgaande van de haarfollikel, met vorming van een diep infiltraat. Dit gaat gepaard met necrose en pusvorming.5-8 Wanneer een uitgebreider, dieper infiltraat ontstaat…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, Instituut voor Huisartsgeneeskunde, Postbus 2088, 2301 CB Leiden.

Mw.A.Bukman en T.O.H.de Jongh.

Contact mw.A.Bukman

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Rijswijk, januari 1991,

In het artikel van Bukman en De Jongh wordt melding gemaakt van het dragerschap van Staphylococcus aureusals infectiebron bij furunculose (1990;2432-3). Tevens geven de auteurs een aantal mogelijkheden ter bestrijding van dit dragerschap. Hieraan zouden wij willen toevoegen dat sinds januari 1991 mupirocine-neuszalf (Bactroban) verkrijgbaar is. Mupirocine-neuszalf is speciaal ontwikkeld voor de behandeling van neusdragerschap van S. aureus. Het is het eerste en enige geneesmiddel in Nederland dat voor deze toepassing is geregistreerd. Over de behandeling van neusdragerschap voor S. aureus bij patiënten met recidiverende furunculose met mupirocine is reeds gepubliceerd in The Lancet.1

Voor de bestrijding van neusdragerschap voor S. aureus volstaat in de meeste gevallen een behandeling van vijf tot zeven dagen; hierbij wordt de zalf 2 dd in de neus aangebracht. Tevens wordt de rekolonisatie erdoor vertraagd.2

De effectiviteit van de behandeling van neusdragerschap met mupirocine is in diverse studies aangetoond.23 Ook in Nederland is al enige ervaring opgedaan met mupirocine als behandeling van neusdragerschap, bij de bestrijding van ziekenhuisepidemieën.4

M. Los
C. Schep
Literatuur
  1. Recurrent staphylococcal furunculosis. Lancet 1985; ii: 81-2.

  2. Casewell MW, Hill RLR. Elimination of nasal carriage of Staphylococcus aureus with mupirocin (‘pseudomonic acid’) – a controlled trial. J Antimicrob Chemother 1986; 17: 365-72.

  3. Bulanda M, et al. Effect of mupirocin on nasal carriage of Staphylococcus aureus. J Hosp Infect 1989; 14: 117-24.

  4. Frénay HME, Vandenbroucke-Grauls CMJE, Savelkoul TJF, Rommes JH, Klingeren B van, Verhoef J. Verspreiding en bestrijding van een meticilline-resistente Staphylococcus aureus in een academisch ziekenhuis. [LITREF JAARGANG="1990" PAGINA="1169-73"]Ned Tijdschr Geneeskd 1990; 134: 1169-73.[/LITREF]

Leiden, februari 1991,

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het ingezonden van collegae Los en Schep. De door hen gepropageerde mupirocine-neuszalf is mogelijk een waardevolle aanvulling op de reeds genoemde behandelingen van dragerschap voor Staphylococcus aureus. Helaas is er naar ons weten nog geen onderzoek in de huisartspopulatie gedaan naar het effect van mupirocine-neuszalf. De resultaten van de genoemde onderzoeken echter zijn hoopvol.

A. Bukman
T.O.H. de Jongh