Zie ook de artikelen op bl. 657 en 662.
Inleiding
Het beschikbaar komen van H2-receptorantagonisten, 10 jaar geleden, betekende een doorbraak voor de behandeling van patiënten met een ulcus pepticum. Tevens werd hiermee het bewijs geleverd dat vermindering van de maagzuursecretie bij deze ziekten een zeer succesvolle benadering is. Heden ten dage wordt met verfijnde doseringsschema's bij meer dan 90 van de patiënten genezing bereikt bij een behandelingsduur van 8 weken. Toch blijven er nog een aantal patiënten met moeilijk te genezen ulcera, die een krachtiger behandeling behoeven. Een ander ziektebeeld waarbij het maagzuur een belangrijke rol speelt is refluxoesophagitis. De resultaten van de behandeling met H2-receptorantagonisten zijn met name bij de meer ernstige vormen van refluxoesophagitis minder bevredigend.
Mede om deze redenen is er een tendens tot het ontwikkelen van geneesmiddelen die de produktie van maagzuur sterker en langduriger onderdrukken. Cimetidine, de eerste commercieel…
De effecten van maagzuurremming
Amsterdam, april 1989,
In de artikelen van Festen, De Bruijne en Lamers, en Jansen en Lamers wordt uitvoerig gediscussieerd over de mate van maagzuurremming ter behandeling van ulcera duodeni en ventriculi en refluxoesophagitis (1989;653-7, 657-62 en 662-5). Merkwaardigerwijs verzuimt men in de discussie de geneesmiddelen te betrekken die de zuurgraad van de maag onaangetast laten. Middelen als sucralfaat en bismuth-subcitraat hebben echter hun effectiviteit in de behandeling van zowel het ulcus duodeni, ulcus ventriculi als refluxoesophagitis ondubbelzinnig bewezen. In alle dubbel-blind gecontroleerde onderzoeken worden met deze middelen dezelfde genezingspercentages bereikt als met H2-receptorantagonisten.
De gevaren van zuurremming schuilen in de verstoring van de fysiologie zoals door Festen genoemd en kunnen inderdaad bijvoorbeeld bij intensive care-patiënten tot nosocomiale pneumonieën leiden. Deze risico's zijn door behandeling met sucralfaat te voorkomen; het door Festen gerefereerde artikel van Driks toont dit aan. In een evenwichtige discussie over de mate van maagzuurremming ‘nodig’ voor de behandeling van maag-en slokdarmaandoeningen verdienen mijns inziens ook de middelen die de zuurgraad onaangetast laten een meer reële plaats te hebben.
De effecten van maagzuurremming
Amsterdam, mei 1989,
In ons artikel hebben wij ons beperkt tot middelen die de maagzuurproduktie remmen.
Het is echter duidelijk dat ook middelen als sucralfaat en bismuth-subcitraat een plaats hebben bij de behandeling van maag- en slokdarmaandoeningen.