Dames en Heren,
Of het om een modeverschijnsel gaat of om een belangrijke stap in de evolutie van de mens wil ik in het midden laten, maar om het verschijnsel emancipatie kunnen we niet meer heen. Wie durft het woord mankracht nog te gebruiken? En wie durft nog een vraagteken te zetten achter het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt? De laatste tijd speelt de emancipatie van de patiënt vooral een rol in de publiciteit rondom het thema ‘leven en dood’. De mondige patiënt wil zelf beschikken over levensverwekking en levensbeëindiging, ook als daarbij het handelen van een medicus vooralsnog onontbeerlijk is. Zoals zo vaak loopt ook nu de praktijk aanzienlijk op de theorie en de wetgeving vooruit. Activiteiten, die ‘officieel’ nog ter discussie staan, zijn in de praktijk vaak al gemeengoed geworden. Het is niet ongebruikelijk dat voor nieuwe medische verrichtingen aanvankelijk een nauwe indicatiestelling wordt gehanteerd. In de loop der…
(Geen onderwerp)
Groningen, november 1986,
Collega Koerselman vergelijkt mijn donorinseminatiebeleid met dat van een ambtenaar van de burgelijke stand die zich bij een huwelijkssluiting niet realiseert dat elk huwelijk het gevaar van echtscheiding impliceert (1986;2017-8). Zouden zulke idealistisch denkende ambtenaren in deze tijd nog bestaan? Laat ik hem in ieder geval geruststellen over mijn eigen zin voor realiteit. Elk echtpaar dat opteert voor donorinseminatie wijs ik met nadruk op het risico dat zowel de vader als het kind lopen wanneer er huwelijksproblemen komen. De moeder kan beiden grote schade berokkenen door de donorinseminatie in deze periode bekend te maken. De door collega Koerselman beschreven patiënt A is hiervan een voorbeeld. Dat zijn moeder hem ‘voor zijn eigen bestwil’ op de hoogte bracht van de KID, geloof ik niet. Waarschijnlijk is dat ze op deze wijze de band die het kind nog met zijn vader had, definitief wilde verbreken. Daarmee offerde ze de belangen van haar kind op aan de agressie tegen haar voormalige echtgenoot. Overigens valt te betwijfelen of in dit geval de problemen voor het kind minder groot zouden zijn geweest wanneer het eerder op de hoogte was gesteld van de KID.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, november 1986,
Ik ben blij met deze reactie van collega Kremer. Ik kan mij niet herinneren dat ik eerder een zo expliciete erkenning zag van dit risico van geheimhouding bij donorinseminatie. Met de interpretatie, die collega Kremer van het gedrag van de moeder geeft, ben ik het geheel eens. Dat de patiënt al vóór de bekendmaking van de KID grote problemen had, is duidelijk. Daarvoor kwam hij ook in behandeling. Zelf denk ik echter dat hij de onthulling beter had verdragen als hij eerder, dat wil zeggen in veiliger omstandigheden, aan het idee had kunnen wennen.