Clostridioides difficile-infecties in de eerste lijn

Illustratie van een microbe
Joffrey van Prehn
Vlada O. Chernova
Karuna E.W. Vendrik
Ed J. Kuijper
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:D7489
Abstract

Samenvatting

  • Ongeveer de helft van alle Clostridioides difficile-infecties wordt vastgesteld op basis van diagnostiek die door de huisarts is aangevraagd.
  • Traditionele risicofactoren voor CDI gelden ook voor CDI in de huisartsenpraktijk: leeftijd ≥ 50 jaar, maligniteit of een andere onderliggende ziekte, ziekenhuisopname of antibioticagebruik in de voorgaande 3 maanden.
  • Een derde heeft echter niet recent antibiotica gebruikt én is niet recentelijk opgenomen geweest.
  • Het is raadzaam om bij patiënten met persisterende diarree of met ernstige diarree en negatieve diagnostiek voor banale verwekkers, ook zonder klassieke risicofactoren voor CDI, toch diagnostiek te verrichten naar C. difficile.
Auteursinformatie

LUMC, afd. Medische Microbiologie, Leiden: dr. J. van Prehn, arts-microbioloog; V.O. Chernova, arts-onderzoeker; K.E.W. Vendrik, arts-onderzoeker (tevens: RIVM, Centrum Infectieziektebestrijding, Bilthoven); prof.dr. E.J. Kuijper, arts-microbioloog.

Contact J. van Prehn (j.vanprehn@lumc.nl)

Belangenverstrengeling

ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Verantwoording

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM te Bilthoven, die samen met het LUMC de C. difficile-surveillance uitvoert, en met Sabine de Greeff en Daan Notermans (RIVM) en Wiep Klaas Smits (LUMC) van de projectgroep C. difficile sentinel surveillance.

Auteur Belangenverstrengeling
Joffrey van Prehn ICMJE-formulier
Vlada O. Chernova ICMJE-formulier
Karuna E.W. Vendrik ICMJE-formulier
Ed J. Kuijper ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Michael
Rodgers

In het artikel wordt genoemd dat het aantonen van toxines bewijzend is voor een infectie. Is dat wel zo? Ook bij asymptomatisch dragerschap kan er toxine aangetoond worden. Althans, zo heb ik dat altijd begrepen. 
Of, om de vraag anders te stellen, is alleen een positieve toxinetest reden om te behandelen, ook als een patiënt asymptomatisch is? 

Michael Rodgers, aios Microbiologie
Joffrey
van Prehn

Beste Michael,

 

Dank voor je reactie en oplettenheid. Context is belangrijk, het gaat hier om patienten met klachten, zoals de studie waaraan gerefereerd wordt. Hier zijn monsters ingestuurd door de huisarts, dus met een reden,  en alleen getest als de feces 'unformed' was. Het advies in richtlijnen is ook om alleen 'unformed stools' te testen. Ik wil er niet voor pleiten om een asymptomatische patient met positieve toxines te behandelen (wel zou ik benieuwd zijn naar de follow-up).

 

Asymptomatische dragers met een positieve toxine-test is beschreven. Bij beoordelen van zulke reports moet je wel goed kijken naar de diagnostische test die gebruikt is.  Vooral bij kinderen <2 jaar lijkt asymptomatisch dragerschap met positieve toxines voor te komen Asymptomatic neonatal colonisation by Clostridium difficile - PMC. Een veel aangehaalde hypothese was afwezige toxinereceptoren, maar de onderliggende experimentele studies zijn gedaan met konijnen ileum en foetale mucosa cellen.... JCI - Diminished Clostridium difficile toxin A sensitivity in newborn rabbit ileum is associated with decreased toxin A receptor. en  Insusceptibility of fetal intestinal mucosa and fetal cells to Clostridium difficile toxins - CHANG- Acta Pharmacologica Sinica

 

Een verklaring die meer waarschijnlijk is ligt in nieuwe inzichten over pathogeen (toxines) - host (immuunsysteem) - microbioom interacties. Zo kunnen toxines gehinderd worden door galzouten Intestinal bile acids provide a surmountable barrier against C. difficile TcdB-induced disease pathogenesis | PNAS.

Joffrey van Prehn