Gezondheid van getroffenen en niet-getroffen omwonenden 1 jaar na dato

Zorggebruik na schietincident in Alphen aan den Rijn

Onderzoek
Christel E. van Dijk
Femke van der Sman-de Beer
J.T. (Hanneke) Tielen
Peter G. van der Velden
C. Joris IJzermans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A6986
Abstract

Samenvatting

Doel

Inventariseren welke effecten het schietincident in Alphen aan den Rijn op 9 april 2011 had op de gezondheid en het zorggebruik van getroffenen, vergeleken met een referentiegroep.

Opzet

Observationeel longitudinaal onderzoek.

Methode

Getroffenen van het schietincident en referentiepersonen werden geïdentificeerd via de zorgregistraties van verschillende zorginstanties (Slachtofferhulp Nederland (SHN), ggz, maatschappelijk werk), waarbij de hulpvraag in kaart gebracht werd. De gezondheid en het zorgtraject van 161 getroffenen en 115 omwonenden in het jaar vóór en het jaar na het schietincident kon worden gevolgd met gegevens uit de elektronische medische dossiers van huisartsenpraktijken. Effecten van het schietincident op de gezondheid en het zorggebruik werden geanalyseerd met logistische regressieanalyses en multilevel Poisson-regressieanalyses voor herhaalde metingen.

Resultaten

De prevalentie van psychosociale problemen, gepresenteerd aan de huisarts, nam bij getroffenen toe na het schietincident (oddsratio (OR): 2,99; 95%-BI: 1,75-5,12) vergeleken met het jaar vóór het schietincident, en verschilde van de referentiegroep (OR: 2,68; 95%-BI: 0,93-7,72). Er was met name een sterke toename in de prevalentie van angst en stress (OR: 4,07; 95%-BI: 1,86-8,92), en het voorschrijven van hypnotica en sedativa (OR: 2,32; 95%-BI: 1,08-4,98) en van benzodiazepines (OR: 1,87; 95%-BI: 1,07-3,26). Deze problemen namen na het eerste kwartaal echter sterk af. Een kleine groep mensen was vanwege een posttraumatische stressstoornis onder behandeling bij de ggz, terwijl de helft van alle onderzochte getroffenen werd aangemeld bij SHN.

Conclusie

Het schietincident had gedurende een beperkte periode een sterke weerslag op de psychische gezondheid en op het zorggebruik van getroffenen.

Auteursinformatie

NIVEL, Utrecht.

Dr. C.E. van Dijk en dr. C.J. IJzermans, onderzoekers; dr. F. van der Sman-de Beer, epidemioloog.

GGD Hollands Midden, Leiden.

Drs. J.T. Tielen, epidemioloog.

INTERVICT, Tilburg University, Tilburg.

Prof.dr. P.G. van der Velden, gezondheidszorgpsycholoog.

Contact dr. C.E. van Dijk (c.vandijk@nivel.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

W. Agterof en J. van den Broek (Kwadraad), S. Distelbrink en L. Tham (GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen), R.S. Gebel en H.T. Pley (huisartsen), D. van Ravesteyn (GGZ Rijnstreek), R. Sardemann (SHN) en alle deelnemende huisartsen droegen bij aan dit manuscript.

Auteur Belangenverstrengeling
Christel E. van Dijk ICMJE-formulier
Femke van der Sman-de Beer ICMJE-formulier
J.T. (Hanneke) Tielen ICMJE-formulier
Peter G. van der Velden ICMJE-formulier
C. Joris IJzermans ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties