Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in de incidentie van infecties die ontstaan op intensive-careafdelingen (IC's), en van daarmee samenhangende risicofactoren.
Opzet
Prospectief.
Methoden
In de periode juli 1997-december 1999 werden in 16 Nederlandse ziekenhuizen patiënten die minstens 48 h op de IC lagen, protocollair gevolgd vanaf het moment van opname op de IC tot ontslag van de IC. Per patiënt werden demografische gegevens, risicofactoren en gegevens over ontstane infecties vastgelegd. De gegevens werden geaggregeerd in een landelijk bestand.
Resultaten
In de onderzoeksperiode werden bruikbare gegevens ingestuurd over 2795 patiënten (61 mannen) met 27.922 verpleegdagen op de IC. De mediane opnameduur was 6 dagen, de mediane ‘Acute physiology and chronic health evaluation’(APACHE)-II-score was 17 en de mediane leeftijd 67 jaar. Bij 749 patiënten (27) ontstonden in totaal 1177 ziekenhuisinfecties (42 infecties per 1000 verpleegdagen). Hiervan was 43 een pneumonie, 20 een sepsis, 21 een urineweginfectie en 16 een andere soort infectie. Van de patiëntenpopulatie werd 62 gedurende enige tijd beademd, had 64 gedurende enige tijd een centraalveneuze lijn en 89 een urinewegkatheter. Selectieve darmdecontaminatie werd bij 12 van de patiënten toegepast en systemische toediening van antibiotica bij 68. De frequenst geïsoleerde micro-organismen waren Pseudomonas aeruginosa bij patiënten met een pneumonie, Staphylococcus epidermidis bij patiënten met een lijnsepsis en Escherichia coli bij patiënten met een urineweginfectie. Er waren grote verschillen in gebruik van medische hulpmiddelen en in incidentie van infecties tussen de 16 ziekenhuizen.
Conclusie
Deze gestandaardiseerde surveillance in 16 Nederlandse ziekenhuizen gaf inzicht in het optreden van ziekenhuisinfecties en risicofactoren bij patiënten op de IC. De gegevens kunnen dienen als spiegelinformatie ter sturing en toetsing van het lokale infectiepreventiebeleid.
Reacties