Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Meticillineresistente Staphylococcus aureus afkomstig uit de veestapel in Nederlandse ziekenhuizen: risicopatiënten alleen controleren bij eventuele ziekenhuisopname

Onderzoek
M.W.M. Wassenberg
T.E.M. Hopmans
A. Troelstra
J.A.J.W. Kluytmans
M.J.M. Bonten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2681-8
Abstract
Abstract
Sluiten
Methicillin-resistant Staphylococcus aureus of livestock origin in Dutch hospitals; high-risk patients need only to be investigated if admitted to hospital.

Objective

To determine the incidence and prevalence of carriage of methicillin-resistent Staphylococcus aureus (MRSA) in patients and hospital personnel, and to examine the consequences of the revised Dutch MRSA guideline with respect to patients who have frequent contact with pigs or calves (in the course of their work).

Design

Retrospective and prospective observational study using questionnaires.

Method

Since July 2006 patients who have contact with living pigs or calves have been regarded as a high-risk group for MRSA carriage, after it was established that this occupational group had an increased chance of carriage of the so-called non-typable MRSA (NT-MRSA). An inventory was made of incidence and prevalence of MRSA carriage in patients and hospital personnel, and of the consequences of the new MRSA policy, for the period July-December 2006.

Results

Information was obtained from 58 Dutch hospitals. On January 1 2007, 37 (64) hospitals had changed their MRSA policy; 22 of the hospitals it was applied in accordance with the MRSA guideline. The new guideline resulted in an increase of MRSA screenings by 15 and of detected MRSA carriers by 44. 73 of all MRSA screenings took place in the out-patients department. In regions with high pig-density the incidence of NT-MRSA was 12 in patients with risk factors for carriage. In 49 of the hospitals one or more NT-MRSA carriers were detected (range 1-19 carriers ). Possible transmission of NT-MRSA in hospital was shown in 3 of 1,007 (0.3) hospital personnel, but in none of the 183 fellow-patients, examined. In the same period transmission of typable MRSA was demonstrated in 41 of 2,019 (2.0) patients and 33 of 5,190 (0.6) of hospital personnel examined. Prevalence of NT-MRSA carriage in 6,197 screened hospital personnel was 0.05 (n = 3).

Conclusion

The revised Dutch MRSA guideline lead to an increase in the number of MRSA screenings by 15, particularly in the out-patients department, and to an increase in the number of detected MRSA carriers by 44. During 306 months of observation no patient-to-patient transmission of NT-MRSA was demonstrated.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2681-8

Samenvatting

Doel

Incidentie en prevalentie vaststellen van dragerschap van meticillineresistente Staphylococcus aureus (MRSA) bij patiënten en ziekenhuismedewerkers, en vaststellen wat de consequenties zijn van het nieuwe MRSA-beleid bij patiënten met (bedrijfsmatig) contact met levende varkens of vleeskalveren.

Opzet

Retrospectief en prospectief observationeel onderzoek middels een enquête.

Methode

Patiënten die contact hebben met levende varkens of vleeskalveren worden sinds juli 2006 als risicogroep voor MRSA-dragerschap beschouwd, nadat een verhoogde kans op dragerschap met zogenaamde niet-typeerbare MRSA (NT-MRSA) in deze groep was vastgesteld. Wij inventariseerden incidentie en prevalentie van MRSA-dragerschap bij patiënten en ziekenhuismedewerkers, alsmede consequenties van het nieuwe MRSA-beleid, in de periode juli-december 2006.

Resultaten

Informatie werd verkregen van 58 Nederlandse ziekenhuizen. Op 1 januari 2007 was het MRSA-beleid in 37 (64) ziekenhuizen actief gewijzigd; in 22 van de ziekenhuizen werd het beleid uitgevoerd volgens de richtlijn. De nieuwe richtlijn leidde tot toename van de aantallen MRSA-screeningen (15) en gedetecteerde MRSA-dragers (44). Van alle MRSA-screeningen vond 73 plaats op de polikliniek. In regio’s met hoge varkensdichtheid was de incidentie van niet-typeerbare MRSA (NT-MRSA) bij patiënten met risicofactoren voor dragerschap 12. In 49 van de ziekenhuizen werden één of meer dragers van NT-MRSA gedetecteerd (uitersten 1-19 dragers). Mogelijke verspreiding van NT-MRSA in het ziekenhuis werd aangetoond bij 3 van de in totaal 1007 onderzochte ziekenhuismedewerkers (0,3) en bij geen van 183 onderzochte medepatiënten. In dezelfde periode werd verspreiding van typeerbare MRSA aangetoond bij 41 van 2019 (2,0) onderzochte patiënten en bij 33 van 5190 (0,6) onderzochte ziekenhuismedewerkers. Prevalentie van NT-MRSA-dragerschap onder 6197 gescreende ziekenhuismedewerkers was 0,05 (n = 3).

Conclusie

De gewijzigde MRSA-richtlijn leidde tot een toename van het aantal MRSA-screeningen met 15, vooral op de polikliniek, en een toename van het aantal gedetecteerde MRSA-dragers met 44. In 306 maanden observatie werd geen verspreiding van NT-MRSA naar andere patiënten aangetoond.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2681-8

Artikelinformatie
Aanvaard op

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2681-8
Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Medische Microbiologie, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Mw.drs.M.W.M.Wassenberg en hr.prof.dr.M.J.M.Bonten (tevens: Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Utrecht), internisten-infectiologen; mw.T.E.M.Hopmans, adviseur infectiepreventie; mw.dr.A.Troelstra, arts-microbioloog.

VU Medisch Centrum, afd. Medische Microbiologie en Infectiepreventie, Amsterdam.

Contact Hr.prof.dr.J.A.J.W.Kluytmans, arts-microbioloog (m.w.m.wassenberg@umcutrecht.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties