Met het huidige gebruik van statines in Nederland is jaarlijks ongeveer € 300 miljoen gemoeid. Voor het overgrote deel worden deze kosten gemaakt door patiënten die de duurdere, nog gepatenteerde spécialités gebruiken. Het generieke simvastatine is inmiddels zeer goedkoop geworden: bij normale doseringen zijn de kosten 42 cent per maand (€ 5 per jaar). 8% van de Nederlandse bevolking gebruikt een statine. De vraag is of, nu de prijs zo laag is, grootschalige primaire preventie door statinegebruik kosteneffectief is. Hebben we straks simvastatine door het drinkwater?
Preventie
Het overgrote deel van de gebruikers slikt statines voor de preventie van atherotrombotische aandoeningen bij aangetoond vasculair lijden of diabetes mellitus, al dan niet in combinatie met een afwijkend lipideprofiel. De reden hiervoor is duidelijk: een groot aantal klinische onderzoeken bij enorme aantallen patiënten heeft overduidelijk aangetoond dat gebruik van statine het risico op een volgend vasculair event aanzienlijk vermindert. Bij elke, door…
Statines en therapietrouw
Nu de vaak slechte therapietrouw van statine-gebruikers ook de kosteneffectiviteit sterk blijkt aan te tasten is enige bespiegeling hierover des te meer op zijn plaats:
Om verzekerd te zijn van voldoende therapietrouw bij een statine zou de aspirant-gebruiker vooraf volledig inzicht moeten krijgen in de te verwachten voordelen en in de eventueel te verwachten nadelen. Het uit de losse hand vermelden van enige relatieve risicoreducties volstaat hierbij zeker niet. De kans op voordeel en de kans op nadeel moet duidelijk worden uitgelegd in voor de patiënt specifieke absolute getallen. Zowel een negatieve als een positieve “framing” is hierbij gewenst. Uiteraard moet er ook op gewezen worden dat een statine slechts op de langere termijn een voordeel kan opleveren. Het daadwerkelijk starten van een statine is pas zinvol als de patiënt dit alles goed begrepen heeft en volledig achter het gegeven advies kan gaan staan.
Het is jammer dat ook in het “Concept Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement (herziening 2011)” geen enkele aandacht wordt geschonken aan de kwaliteit van de risicocommunicatie met de patiënt. Dit zou toch een wezenlijk onderdeel moeten zijn van een richtlijn die handelt over primaire preventie.
Misschien zie ik het verkeerd maar u lijkt zelf in uw commentaar enige scepsis te hebben ten aanzien van de voordelen van een statine als primaire preventie. Ten opzichte van de overvloedige literatuur over statines als secundaire preventie is de literatuur inderdaad veel schaarser en verdeelder waar het de primaire preventie betreft. In de CVRM richtlijn is slechts met moeite terug te vinden wat volgens de richtlijncommissie precies het absolute voordeel van statines bij primaire preventie voor de patiënt zou kunnen zijn. De onderbouwing hiervoor is voornamelijk afgeleid van onderzoeken die vooral de secundaire preventie betreffen. Uw conclusie is dat “statines bij primaire preventie toch enig effect lijken te hebben”. Ik ben benieuwd welke evidence based cijfers betreffende morbiditeit en mortaliteit u dan zelf precies naar voren brengt als een gezonde patiënt, die volgens de richtlijn in aanmerking komt voor een statine, u vraagt wat in diens geval het nut van een statine zou kunnen zijn. Hopelijk slaagt u erin uw advies ook met enthousiasme over te brengen. Want dat is juist immers een basisvoorwaarde voor een goede therapietrouw.
Willem van der Krol, Leeuwarden