Kinderen moeten kunnen deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek en – net als volwassenen – profiteren van de vooruitgang in de geneeskunde. Bijzondere bescherming hierbij is noodzakelijk, vooral wanneer het onderzoek henzelf niet ten goede kan komen, iets wat in het algemeen spraakgebruik ‘niet-therapeutisch onderzoek’ heet. Maar hoe staat het met die bescherming?
De WMO: nee, tenzij
Niet-therapeutisch onderzoek bij wilsonbekwamen (waaronder kinderen) werd onder voorwaarden toegelaten in het wetsvoorstel ‘Regelen inzake medische experimenten’, dat in april 1992 aan de Tweede Kamer werd aangeboden. De Tweede Kamer bleek in meerderheid afwijzend te staan tegenover zulk onderzoek.
De commissie-Meijers kwam in 1995 tot het advies dat: ‘… niet-therapeutisch onderzoek met wilsonbekwamen onontbeerlijk is voor de vooruitgang en de bevordering van de kwaliteit van de gezondheidszorg voor kinderen, voor mensen met een verstandelijke handicap en voor demente bejaarden.’ Met name dit rapport heeft de Tweede Kamerleden overtuigd van het belang van niet-therapeutisch onderzoek bij…
Reacties