VRAAG 12. Een circa 60-jarige man moet een nogal ingrijpende tandheelkundige behandeling ondergaan. De tandarts wil daarbij gebruik maken van lokale anesthesie. Omdat bekend is dat de patiënt bij een cardioloog onder behandeling is, wordt aan de patiënt geadviseerd zijn cardioloog te vragen welk(e) lokaalanestheticum(a) mag (mogen) worden gebruikt. Diens antwoord luidt: uitsluitend procaïne (Novocaïne), maar dan zonder toevoeging van adrenaline. De tandarts kan dit advies moeilijk aanvaarden, want procaïne blijft zonder toevoeging van adrenaline slechts kort ter plaatse.
De vraag luidt derhalve; welke lokaalanesthetica, al dan niet met toevoeging van adrenaline, kan de tandarts bij de behandeling van hartpatiënten gebruiken?
ANTWOORD VAN DE CARDIOLOOG. Aan lokaalanesthetica, in de tandheelkunde gebruikt bij infiltratie-anesthesie, wordt veelal adrenaline toegevoegd om het verdovende effect te verlengen. Bij inspuiting met de gangbare, kant-en-klare injectie-ampullen in de vaatrijke gingiva kan bij toeval adrenaline in de vaatbaan geraken, waarbij ook een lage dosering kans geeft op…
Reacties