Samenvatting
Doel
Bepalen van de mate waarin HIV-risicogedrag voorkomt bij injecterende drugsgebruikers (ID's) tijdens detentie in Nederlandse strafinrichtingen.
Opzet
Descriptief.
Plaats
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, Amsterdam.
Methoden
Deelnemers aan een cohortonderzoek naar HIV en AIDS bij ID's werden ondervraagd omtrent hun drugsgebruik en seksueel gedrag tijdens het laatste verblijf in een strafinrichting in de voorafgaande 3 jaar en omtrent injecterend drugsgebruik in de week volgend op de laatste invrijheidstelling.
Resultaten
Van 463 geïnterviewde ID's waren 188 (41) gedetineerd geweest in de voorafgaande 3 jaar. De gemiddelde leeftijd van de 188 ex-gedetineerden was 35,5 jaar; 146 (78) waren man, 63 (34) hadden HIV-antilichamen en de gemiddelde duur van de laatste detentieperiode was 3,6 maanden. Gebruik van cannabis, heroïne of cocaïne tijdens deze detentieperiode werd door respectievelijk 104 (55), 69 (37) en 38 (20) personen gerapporteerd; 5 ID's (3) meldden tijdens detentie gespoten te hebben: in 4 gevallen 1 maal en in 1 geval 3 maal. Gemeenschappelijk gebruik van spuiten werd niet gerapporteerd. Vaginaal of anaal seksueel contact werd door 2 (1) mannen en door geen van de vrouwen gemeld. Terugval in het injecteren van drugs tijdens de week volgend op invrijheidstelling werd door 78186 (42) deelnemers gerapporteerd, meestal (34) op de dag van invrijheidstelling zelf.
Conclusie
Ofschoon het gebruik van cocaïne en heroïne door gedetineerde ID's vrij algemeen is, wordt er zelden gespoten. Gezien de hoge mate van terugval na invrijheidstelling is de latente behoefte om te injecteren echter groot. Er lijkt daarom geen aanleiding om (schone) spuiten in Nederlandse strafinrichtingen ter beschikking te stellen.
Reacties