Tot begin jaren tachtig werd er nauwelijks discussie gevoerd over het seksuele gedrag van drugsgebruikers. In het algemeen werd aangenomen dat drugsverslaafden die opiaten en kalmeringsmiddelen gebruikten minder seksueel actief zouden zijn dan de algemene bevolking. De opkomst van de AIDS-epidemie heeft echter geleid tot grote belangstelling voor het seksuele gedrag van onder meer (intraveneuze-)drugsgebruikers, hoofdzakelijk vanwege de rol die zij zouden kunnen spelen bij de heteroseksuele transmissie van het humane immunodeficiëntievirus (HIV) naar hun sekspartners.1 Voor de rol die zij spelen bij de heteroseksuele transmissie van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) was eveneens tot die tijd nauwelijks belangstelling. In de tweede helft van de jaren tachtig bleek echter in de V.S. een aantal SOA sterk toe te nemen, waaronder syfilis en ulcus molle.2 Het aantal gevallen van syfilis nam daar tussen 1985 en 1990 toe met 50, resulterend in het hoogste aantal sinds 1945. Het aantal aangegeven gevallen…
Drugsgebruikers en seksueel overdraagbare aandoeningen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2626-9
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2626-9
Vakgebied
Reacties