Samenvatting
Veel patiënten vinden het moeilijk om te stoppen met medicijnen die zij langdurig gebruiken. Het is voor artsen belangrijk te weten wat de redenen daarvan zijn. Het gaat hierbij om de gedachte dat het medicijn nodig is vanwege een ontbrekend stofje of een te rooskleurig idee over gunstige effecten terwijl de ‘time to benefit’ al is verstreken. Eerder ervaren onttrekkingsverschijnselen of afhankelijkheid belemmeren het stoppen eveneens. Dit speelt een rol bij middelen die lichamelijke afhankelijkheid induceren, waaronder protonpompremmers en psychofarmaca zoals benzodiazepines, antidepressiva of antipsychotica. Bij psychose, depressie en epilepsie leidt stoppen soms tot terugkeer van de ziekte waarvoor het medicijn oorspronkelijk werd voorgeschreven. Slechte communicatie en het ontbreken van een vertrouwde hulpverlener belemmeren eveneens het proces van stoppen. Voor een succesvolle stoppoging is het van belang enerzijds goed te communiceren met de patiënt, met aandacht voor diens persoonlijke opvattingen, ervaringen, gevoelens en leefomstandigheden, en anderzijds gedegen expertise op te doen over de technische aspecten van stoppen.
Reacties