Samenvatting
Sinds het begin van het proefbevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nijmegen, januari 1975, zijn 14 jaren verstreken. De gegevens tot en met 1986 zijn inmiddels verwerkt en worden in deze bijdrage gepresenteerd.
Naarmate de geboortencohort jonger is, is de opkomst bij het bevolkingsonderzoek hoger. Na verloop van tijd nemen in alle geboortencohorten de opkomstcijfers af. De verwijscijfers zijn het hoogst in de eerste ronde en voor de oudste geboortencohort. De detectiecijfers geven, na een aanvankelijke daling, weer een stijging te zien in de laatste ronden. Zij zijn eveneens het hoogst voor de oudste geboortencohort. Bij jongere vrouwen komen relatief meer intervalcarcinomen voor (ten opzichte van het aantal bij screening gedetecteerde carcinomen).
Reacties