Samenvatting
Doel
Om een indruk te krijgen van de resultaten van het landelijk bevolkingsonderzoek naar borstkanker werd de stadiumverdeling van gediagnosticeerde borstkanker in de periode 1989-1995 bestudeerd.
Opzet
Beschrijvend, inventariserend.
Methode
Op de Katholieke Universiteit Nijmegen werden gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie verkregen over het aantal gediagnosticeerde mammacarcinomen en het stadium en de leeftijd van de patiënt bij diagnose in de periode 1989-1995. Van het Centraal Bureau voor de Statistiek werden gegevens verkregen betreffende de bevolkingsopbouw. Met behulp van deze gegevens werden incidentiecijfers berekend.
Resultaten
Het aantal invasieve mammacarcinomen nam toe van bijna 8000 in 1989 tot bijna 10.500 in 1994 en daalde in 1995 weer iets. De grootste stijging werd gezien in de leeftijdscategorie 50-69 jaar, de doelpopulatie voor de screening; bij oudere vrouwen was de stijging veel geringer. Bij vrouwen van 50-69 was de incidentie van stadium-I-tumoren verdubbeld; die van stadium-II-tumoren had een toename laten zien, maar kwam in 1995 weer op het oude niveau; de vergevorderde stadia namen in incidentie met ruim 24 af. Het aantal in-situcarcinomen nam toe van 336 in 1989 tot 829 in 1995 in alle leeftijdsklassen, maar steeg het meest bij vrouwen van 50-69 jaar.
Conclusie
Gezien het tempo waarin het bevolkingsonderzoek in Nederland sinds 1988 werd geïmplementeerd wijzen deze resultaten op een gunstig effect van de screening op de sterfte aan borstkanker. Of deze sterftereductie daadwerkelijk zal optreden, zal de komende jaren moeten blijken.
Reacties