Een ‘transient ischaemic attack’ (TIA) is een belangrijke voorbode van een herseninfarct. Maar de ene TIA is gevaarlijker dan de andere. En de ene patiënt met een TIA heeft een veel hoger risico dan een andere patiënt met dezelfde soort TIA. De verschillen in risico tussen verschillende TIA’s en tussen verschillende patiënten zijn in het verleden goed onderzocht, onder andere in het Nederlandse TIA-onderzoek.1 Daarbij werd steeds het risico op de middellange termijn, gemiddeld circa 3 jaar, onderzocht. De verschillen bleken indrukwekkend. Zo heeft een hemisfeer-TIA een 2 maal zo hoog risico op een vasculaire complicatie als een retina-TIA ofwel amaurosis fugax.1 Het risico om de eerste 3 jaar na een TIA een vasculaire complicatie te krijgen is voor een vrouw jonger dan 65 jaar met een eenmalige aanval van amaurosis fugax, zonder vasculaire risicofactoren zoals hypertensie en diabetes, zonder andere vaatziekte en met niet-afwijkende CT- en ECG-bevindingen…
Voorspelbaar risico op herseninfarct na een 'transient ischaemic attack' (TIA)
– To date most studies that have addressed prognostic factors in patients who have had a transient ischaemic attack (TIA) have determined the risk of cerebral infarction during the first 3 years following TIA. Two recent studies have investigated the very long-term and very short-term risks. The long-term study found that the risk unexpectedly increased after 3 years. The short-term study found the very early risk of cerebral infarct (< 7 days) to be substantial at 10. The proposed ABCD score enables the physician to easily identify patients at particularly high risk: (A) 1 point for age C 60 years, (B) 1 for systolic blood pressure > 140 mmHg and/or diastolic pressure > 90 mmHg, (C) 2 points for unilateral weakness, 1 for speech disturbance without weakness, (D) 2 points for an attack lasting C 1 h and 1 point for an attack lasting 10-59 min. A patient with a total score of 5 has a risk of 12.1 of developing a cerebral infarct within 7 days. In a patient with a score of 6 this risk is 31.4.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1661-3
Reacties