Samenvatting
- Koolhydraten vormen de belangrijkste energiebron in de voeding. Verschillende typen koolhydraten hebben uiteenlopende metabole effecten, onder andere door een verschil in glucose- en insulinerespons.
- Enkele studies tonen aan dat postprandiale hyperglykemie een risicofactor is voor onder andere het ontstaan van hart- en vaatziekten bij patiënten met diabetes mellitus. Voor deze patiënten en mogelijk ook voor personen met een verminderde glucosetolerantie en voor de gezonde populatie is het van belang postprandiale hyperglykemie te voorkomen.
- Om de postprandiale glykemische respons te kunnen manipuleren is inzicht in de wijze waarop deze wordt gereguleerd noodzakelijk. Een groot aantal factoren heeft invloed op de postprandiale bloedglucoseconcentratie, waaronder de hoeveelheid en de aard van de geconsumeerde koolhydraten, de maagledigingssnelheid, de vertering en de secretie van (gastro-intestinale) hormonen.
- Verschillende benaderingen kunnen gekozen worden om postprandiale hyperglykemie te voorkomen, waaronder aanpassingen in de voeding en toepassing van medicamenten die ingrijpen op de maagledigingssnelheid of de vertering van koolhydraten, maar ook door toediening van gastro-intestinale hormonen of beïnvloeding van de secretie van deze hormonen.
- Onderzoek naar de regulatie van de postprandiale glucoseconcentratie zou kunnen leiden tot meer aangrijpingspunten om postprandiale hyperglykemie te voorkomen.
Reacties