Samenvatting
In een prospectief blind onderzoek is de diagnostische waarde van bifasisch radiologisch maag- en duodenumonderzoek vergeleken met endoscopie bij 385 patiënten met dyspepsie. De patiënten werden onderzocht op het voorkomen van peptische zweren en maagcarcinomen. Omdat een gouden standaard ontbrak, zijn voor de vergelijking kappa-waarden berekend. Voor ulcera ventriculi en ulcera duodeni waren de kappa-waarden respectievelijk 0,67 en 0,77; voor maagcarcinomen 0,91. Deze waarden duiden op een goede overeenstemming. De sensitiviteit en de specificiteit waren met beide methoden hoog; een lagere sensitiviteit van het radiologische onderzoek voor ulcera duodeni was toe te schrijven aan ulcera kleiner dan 5 mm; voor grotere ulcera waren de sensitiviteit en de specificiteit van beide methoden nagenoeg gelijk.
Geconcludeerd wordt dat beide methoden gelijkwaardig zijn voor de diagnostiek van peptische zweren en maagcarcinomen. Een belangrijk voordeel van endoscopie is biopten voor histologie of kweek te kunnen nemen. Het bifasische radiologische onderzoek is daarentegen goedkoper en wordt vaak beter door de patiënt verdragen.
Reacties