De gewone verkoudheid heeft een rijk geschakeerde pathogenese. Behalve rhinovirussen zijn dikwijls respiratoir syncytieel(RS-), para-influenza-, corona-, adeno-, entero-, influenzavirus en Mycoplasma pneumoniae verwekkers van dit ziektebeeld. Ook in 1986 zijn deze agentia nog grotendeels onvatbaar voor het medische ingrijpen. Juist in het afgelopen jaar waren er echter ontwikkelingen te signaleren die te zamen een sprankje hoop rechtvaardigen met betrekking tot de belangrijkste groep verkoudheidsvirussen, de rhinovirussen. Deze ontwikkelingen spelen zich af op liefst vier terreinen tegelijk. De betreffende middelen variëren van een simpele zakdoek tot ingewikkelde chemische en biologisch verbindingen.
De zakdoek
In tegenstelling tot bijvoorbeeld influenzavirus wordt rhinovirus, evenals RS-virus, in de meeste gevallen niet via aërosolen maar alleen door direct contact met besmette voorwerpen overgebracht, waarbij de hand een sleutelrol zou spelen.1 Dit lijkt de mogelijkheid te openen om deze overdracht te blokkeren door besmetting van handen en voorwerpen te voorkomen of te elimineren. Gecontroleerde praktijkproeven toonden…
Reacties