Samenvatting
- Omdat het niet goed mogelijk is patiënten met een additioneel risico op diepveneuze trombose na grote orthopedische ingrepen te onderscheiden, lijkt het verstandig alle patiënten profylaxe voor te schrijven.
- Profylaxe met een lage dosis ongefractioneerde heparine is effectiever dan geen profylaxe, maar minder effectief dan heparine van laagmoleculair gewicht of cumarinederivaten.
- Acetylsalicylzuur lijkt geen plaats te hebben in het voorkómen van veneuze trombo-embolie bij electieve plaatsing van een totaleheup- of totaleknieprothese. De plaats bij de operatieve behandeling van heupfracturen is onduidelijk.
- Postoperatief starten is niet duidelijk minder effectief of veiliger dan preoperatief starten.
- De incidentie van trombose is lager als de profylaxeduur wordt verlengd tot 4-6 weken na de heup- of knieplastiek. De optimale duur van medicamenteuze profylaxe moet nog worden bepaald.
- Intermitterende pneumatische compressie lijkt effectief na een totaleknieartroplastiek, maar is praktisch niet goed mogelijk. Steunkousen, een voetpomp en snelle mobilisatie hebben weinig effect op de incidentie van proximale diepveneuze trombose.
- Over profylaxe van diepveneuze trombose na een chirurgische ingreep in dagbehandeling zijn er onvoldoende gegevens.
Reacties