Samenvatting
Doel
Inventariseren van het gebruik van tromboseprofylaxe bij orthopedische ingrepen, zowel tijdens als na de ziekenhuisperiode.
Opzet
Dwarsdoorsnedeonderzoek.
Methode
In april 2002 werd een brief naar alle orthopedisch chirurgen in Nederland gestuurd met de aankondiging dat van elk ziekenhuis met een afdeling Orthopedische Chirurgie een orthopedisch chirurg benaderd zou worden voor een telefonische enquête. In de maanden april tot en met juni 2002 werden zij gebeld. Zowel ziekenhuizen waar grote orthopedische chirurgie (zoals het inbrengen van een heup- of knieprothese en heupfractuurchirurgie) werd verricht (n = 124), als klinieken met alleen dagbehandelingen (n = 5) werden betrokken bij dit onderzoek.
Resultaten
Bij grote orthopedische ingrepen werd tijdens de ziekenhuisopname heparine met laagmoleculair gewicht (LMWH) in 91 van de ziekenhuizen gebruikt: bij 36 als monotherapie en bij 55 in combinatie met cumarinederivaten. Met het gebruik van LMWH werd in 85 van de gevallen preoperatief gestart. Cumarinederivaten als monotherapie werden gebruikt in 9 van de ziekenhuizen. Bij 37 van de ziekenhuizen werd het gebruik van NSAID's voortgezet, met name bij patiënten met reumatoïde artritis. Het gebruik van acetylsalicylzuur werd door 94 van de instellingen altijd gestaakt. Profylaxe na ziekenhuisontslag werd in 97 van de ziekenhuizen gegeven en bestond in 37 van de gevallen uit LMWH en in 63 uit cumarinederivaten. De praktijk van tromboseprofylaxe rond artroscopieën en gipsimmobilisatie was divers.
Reacties