Samenvatting
Twee pasgeborenen met meervoudige afwijkingen, die respectievelijk 7 dagen en 6½ uur leefden, hadden de symptomen en cytogenetische aspecten van triploïdie (69,XXX). Bij beiden bleek bij obductie dat de galblaas ontbrak. In de literatuur werden tot nu toe slechts 10 patiëntjes met triploïdie beschreven die meer dan 24 uur in leven waren gebleven.
Volgens kansberekening zouden in Nederland per jaar ongeveer 17 patiënten met triploïdie geboren moeten worden. De kans dat ouders wederom een kind met triploïdie zullen krijgen is vrijwel nihil. Het is dus van belang bij dood- of levendgeborenen met complexe misvormingen chromosomenonderzoek te verrichten.
Reacties