Samenvatting
Doel
Inzicht krijgen in de transmissie van hepatitis B-virus (HBV) in Nederland.
Opzet
Beschrijvend.
Methode
Van alle gerapporteerde patiënten met een acute HBV-infectie in 2004 werden epidemiologische gegevens en, voorzover die beschikbaar waren, bloedmonsters verzameld. Na DNA-isolatie en -amplificatie werd de sequentie van het S-gen van HBV (648 baseparen) bepaald en fylogenetisch geanalyseerd. Tevens werden de sequentiegegevens gekoppeld aan epidemiologische informatie.
Resultaten
In 2004 werden 291 acute HBV-infecties gerapporteerd. Van 171 (59) patiënten werd het bloedmonster ontvangen en van 158 patiënten (54) kon het genotype bepaald worden. Er werden 6 genotypen gevonden: A (64), B (3), C (3), D (21), E (5) en F (4). Van de patiënten met genotype A was 52 besmet door homo- of biseksueel contact en 16 door heteroseksueel contact. Van degenen met genotype D was 42 besmet door heteroseksueel contact en 15 door homo- of biseksueel contact. Het genotype A-cluster was erg homogeen met veel identieke sequenties, terwijl de genotype B- tot en met E-clusters veel heterogener waren. Binnen genotype F werden 4 identieke sequenties gevonden, maar de patiënten konden epidemiologisch niet aan elkaar gerelateerd worden.
Conclusie
Seksueel contact, met name homo- of biseksueel contact bij mannen, was de belangrijkste risicofactor voor het krijgen van een acute HBV-infectie. Genotype A kwam het meest voor in Nederland, vooral onder homo- of biseksuele mannen. De meeste besmettingen binnen genotype D kwamen tot stand door heteroseksueel contact. De resultaten laten zien dat er doorgaande transmissie van HBV onder homo- en biseksuele mannen was, terwijl bij heteroseksuelen veel meer sprake was van nieuwe introducties, mogelijk via chronische dragers uit HBV-endemische gebieden.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2673-80
Reacties