Sturen van de gezondheidszorg is vooral sinds het midden van de jaren zestig aan de orde gekomen. Voor die tijd functioneerde de gezondheidszorg betrekkelijk autonoom en was de behoefte aan sturing bij de overheid niet erg sterk. Wel zijn vanaf het midden van de vorige eeuw pogingen gedaan om tot enige ordening van de gezondheidszorg te komen,1 maar dat heeft tot weinig meer geleid dan de Gezondheidswet van 1956, die een vederlichte structuur voor de gezondheidszorg bevatte. Zij regelde de inspectie voor de volksgezondheid en enkele adviesorganen. Een sturing van de gezondheidszorg was met deze wet in de hand niet mogelijk. Het lag dan ook voor de hand dat verdergaande stappen nodig waren. Een uiting daarvan was de Volksgezondheidsnota-1966 waarin gepoogd werd een systematische analyse van de volksgezondheidsproblematiek te geven. Deze nota heeft echter niet tot fundamentele vernieuwingen geleid, ook al bevat de nota wel enkele aanzetten tot verandering…
Sturen van de gezondheidszorg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1020-5
Reacties