Samenvatting
De volksgezondheidsagenda van de Europese Unie (EU) beperkte zich tot voor kort tot enkele volksgezondheidsthema's en goede voornemens van de betrokken ministers van Volksgezondheid van de lidstaten. Het ontbreken van de politieke wil van de lidstaten om op de gebieden van gezondheidszorg en sociale zekerheid, gemeenschappelijk beleid te ontwikkelen en te voeren, wordt in toenemende mate opzij gezet door de politieke wil van het Europese Parlement om op deze gebieden wel EU-activiteiten te ondernemen, met als voorbeeld het rapport-Rocard over de financiering van de gezondheidszorg. Bovendien hebben Europese internemarktregels en andere financieel-economische EU-regels en -beleidsmaatregelen, reeds nu, substantiële invloed op het functioneren van nationale zorgstelsels. Nederlandse partijen in de gezondheidszorg zullen in Brussel hun eigen weg moeten zoeken omdat Brussel anders ‘werkt’ en georganiseerd is dan de Haagse politiek en omdat de wijze waarop de Nederlandse overheid de afgelopen decennia binnen de EU positie gekozen en geopereerd heeft, geen garantie biedt voor effectieve belangenbehartiging.
Reacties