Samenvatting
- Bij patiënten met kanker komen vaak stollingsstoornissen voor. Trombose of een embolie kan het eerste symptoom zijn van een onderliggende maligniteit.
- Daarnaast kunnen bij patiënten met kanker subklinische stollingsstoornissen voorkomen in het bloed, bijvoorbeeld verhoogde concentraties van weefselfactor en het trombine-antitrombinecomplex.
- Ook komt trombocytose voor bij ongeveer 20 van de patiënten en voor long- en colontumoren blijkt dit een onafhankelijke negatieve prognostische factor voor de overleving te zijn.
- De rol van stollingsactivatie in tumorgroei is niet helemaal duidelijk, maar er zijn aanwijzingen dat de vorming van een tijdelijke fibrinematrix de vorming van nieuwe vaten (angiogenese) stimuleert en zo bijdraagt aan tumorgroei en metastasering.
- Preklinisch onderzoek heeft aangetoond dat tumorgroei en metastasering kunnen worden geremd door anticoagulantia.
- In klinisch onderzoek lijkt behandeling met anticoagulantia de overleving van patiënten met kanker te verlengen, maar gerandomiseerd fase-III-onderzoek met langdurige toediening van anticoagulantia zal dit moeten uitwijzen.
Reacties