Samenvatting
– De groei van veel tumoren is afhankelijk van de inductie van een eigen tumorvaatbed en de doorbloeding van dit vaatsysteem.
– Daarom zijn remming van de vaatgroei en beïnvloeding van de doorbloeding aantrekkelijke mogelijkheden voor tumortherapie, uiteraard in combinatie met op de tumorcellen zelf gerichte behandeling.
– Er is inmiddels een groot aantal angiogeneseremmers ontwikkeld, maar de toepassing is veelal nog experimenteel. Ze remmen endotheelproliferatie en -migratie (angiostatine, suramine, fumagillinederivaten) of voorkomen proteolytische degeneratie van de extracellulaire matrix door producten van de tumor (metalloproteïnasenremmers).
– Wijziging van de bloedsamenstelling (meer oxygenatie door carbogeeninhalatie) of van de tumordoorbloeding (met vasoactieve stoffen zoals flunarizine, verapamil en nicotinamide) kan leiden tot betere werking van chemo- en radiotherapie.
– Er is momenteel onderzoek gaande naar de werkzaamheid van geaccelereerde radiotherapie in combinatie met carbogeeninhalatie en nicotinamidetoediening bij hoofdhalstumoren, blaas- en bronchustumoren en hersentumoren.
Reacties