Samenvatting
Doel
Schatten van de sterfte aan chronische infecties met hepatitis B- (HBV) of hepatitis C-virus (HCV) in Nederland in de periode 2002-2015.
Opzet
Dwarsdoorsnedeonderzoek op basis van doodsoorzakenstatistiek.
Methode
Van het Centraal Bureau voor de Statistiek verkregen wij gedetailleerde gegevens over het aantal overledenen per jaar in de ICD-10-categorieën ‘chronische virushepatitis’, ‘maligne neoplasma van lever en intrahepatische galwegen’, ‘leverfibrose en levercirrose’ en ‘alcoholische leverziekte’. We bepaalden de populatie-attributieve fracties (PAF) van HBV- en HCV-infecties aan de sterfte door hepatocellulair carcinoom (HCC) en levercirrose, en telden deze op bij de geregistreerde sterfte aan virale hepatitis om de totale sterfte te berekenen. Voor de toerekening aan HCC baseerden we ons op Nederlands onderzoek, voor cirrose hielden we een bandbreedte aan van PAF’s uit 3 onderzoeken. Met poissonregressie analyseerden we de trend in sterftecijfers en eventuele demografische verschillen.
Resultaten
Volgens onze middelste schatting overleden in 2002-2015 jaarlijks ongeveer 500 Nederlanders aan chronische virushepatitis, volgens de laagste schatting 340 en volgens de hoogste 600. De totale sterfte aan chronische HBV- en HCV-infecties veranderde niet, de sterfte aan HCC als gevolg van virale hepatitis nam iets toe, de sterfte aan cirrose nam iets af. De sterfte aan HCC als gevolg van virale hepatitis was hoger bij Nederlanders van niet-westerse herkomst.
Conclusie
De mortaliteit van chronische virale hepatitis is grotendeels te wijten aan cirrose en HCC. De totale aan virushepatitis gerelateerde sterfte was in 2002-2015 ongeveer 500 personen per jaar.
Reacties