Nicolaus Steno is de gelatiniseerde naam van Niels Stensen (1638-1686). Stensen was geen familienaam maar een patroniem: zoon van Sten. Zijn vader was goudsmid te Kopenhagen en overleed toen hij 6 jaar oud was; zijn moeder hertrouwde toen met een andere goudsmid. Na een opleiding in klassieke en moderne talen studeerde hij vanaf zijn 18e jaar geneeskunde. Intussen werd hij gespaard tijdens een pestepidemie en hielp hij mee Kopenhagen te verdedigen tijdens de oorlog met Zweden (1658-1660).1
In 1660 reisde Steno naar Nederland. Als leerling en kostganger van Gerard Blaes (Blasius) ontdekte hij bij het ontleden van een door hem zelf gekochte schaapskop een holle structuur die van de oorspeekselklier naar de mondholte liep. In een brief aan zijn leermeester Thomas Bertelsen (Bartholinus; 1616-1680) vertelde hij over zijn ‘ontdekkinkje’ (inventiuncula). Blaes maakte echter aanspraak op de ontdekking;2 de daarop volgende onverkwikkelijkheden noopten Stensen naar Leiden te vertrekken. Daar…
Reacties