Beïnvloedt PrEP-gebruik ter preventie van hiv het seksuele gedrag en de incidentie van soa’s onder mannen die seks hebben met mannen? Een cohort dat vier jaar werd gevolgd geeft antwoord op die vraag.
Samenvatting
Doel
Het seksuele gedrag en de soa-incidentie onder gebruikers van orale hiv-pre-expositieprofylaxe (PrEP) in beeld brengen.
Opzet
Prospectieve cohortstudie.
Methode
Het Amsterdam PrEP-demonstratieproject (AMPrEP) verstrekte van 2015 tot 2020 orale PrEP aan mannen die seks hebben met mannen (MSM) en transgender vrouwen. Deelnemers konden PrEP dagelijks of rondom seks gebruiken. We testten deelnemers bij elk driemaandelijks studiebezoek op hiv en soa’s. We onderzochten veranderingen in aantallen sekspartners en de frequentie van condoomloze anale seks met losse partners (CAS) met negatieve binomiale regressieanalyse. Met Poisson-regressieanalyse onderzochten we de hiv-incidentie en veranderingen in de soa-incidentie (chlamydia, gonorroe en/of infectieuze syfilis) ten opzichte van het eerste jaar.
Resultaten
367 deelnemers (van wie 365 MSM) begonnen met PrEP en de mediane duur van hun deelname was 3,9 jaar (interkwartielafstand (IQR): 3,4-4,0). Het mediane aantal sekspartners per drie maanden was 13 (IQR: 6-26); dit aantal daalde met elk extra jaar PrEP-gebruik (adjusted rate ratio (aRR): 0,86/jaar; 95%-BI: 0,83-0,88). De frequentie van CAS in de drie maanden voorafgaand aan het studiebezoek was 10 (IQR: 3-20,5) en daalde ook (aRR: 0,92/jaar; 95%-BI: 0,88-0,97). De incidentie van ≥ 1 soa was 87/100 persoonsjaren (95%-BI: 82-92) en nam niet toe. Bij twee deelnemers werd tijdens het eerste jaar een hiv-infectie vastgesteld (incidentie: 0,2/100 persoonsjaren; 95%-BI: 0,0-0,6).
Conclusie
In dit prospectieve cohort met een observatietijd van vier jaar zagen we een lage hiv-incidentie en een afname in het aantal sekspartners en CAS in de loop der tijd. Hoewel de soa-incidentie hoog was, nam deze niet toe.
Reacties