Scombroïde-intoxicatie na het eten van tonijn

Klinische praktijk
I.J. Schornagel
R.W. ten Kate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:2539-41
Abstract

Samenvatting

Bij 2 afzonderlijke gelegenheden aten in totaal 8 personen tonijn; 3 van de eerste 4 personen (een vader van 54, een moeder van 51 en een dochter van 24 jaar) respectievelijk 1 van de andere 4 personen (een vrouw van 28 jaar) kregen erytheem, benauwdheid en diarree kort na consumptie. Deze klachten passen bij een scombroïde-intoxicatie. Daarbij wordt histamine gevormd in het spierweefsel van vis zoals tonijn en makreel als deze bij te hoge temperaturen wordt bewaard. Omdat de concentratie histamine niet gelijkelijk verdeeld is over alle delen van de vis, zal niet iedereen die dezelfde vis eet in gelijke mate ziek worden en soms wordt iemand in het geheel niet ziek. Aangezien de klachten vaak gematigd zijn en kortdurend bestaan, zullen veel getroffenen zich niet melden bij artsen, wat zou kunnen leiden tot onderrapportage. Hoewel er soms maar één persoon uit een gezelschap dat van eenzelfde tonijn eet ziek wordt, en de klachten gelijken op een IgE-gemedieerde allergische reactie, gaat het in dit geval toch om een voedselintoxicatie met exogeen histamine. Daarom kunnen getroffen personen nadien gewoon de betreffende vissoort weer eten.

Auteursinformatie

Kennemer Gasthuis, locatie EG, afd. Interne Geneeskunde, Boerhaavelaan 22, 2035 RC Haarlem.

Mw.I.J.Schornagel, assistent-geneeskundige (thans: Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Dermatologie en Venereologie, Utrecht); dr.R.W.ten Kate, internist.

Contact : dr.R.W.ten Kate (tenkate@kg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Leuven, januari 2002,

Het artikel van collegae Schornagel en Ten Kate, waarin zij dieper ingaan op de zogenaamde ‘histamine (of scromboid) fish poisoning (HFP)’, vond ik uiterst lezenswaardig (2001:2539-41). Mijns inziens hadden de auteurs echter iets dieper mogen ingaan op de biochemie van de polyaminen die in de pathofysiologie van dit ziekteproces een rol spelen.

De auteurs doen het voorkomen dat de aanmaak van putrescine uit ornithine en die van spermine en spermidine uit arginine afzonderlijke metabole wegen zijn. Dit is echter niet zo. Arginine kan ofwel door arginase omgezet worden tot ornithine en ureum, ofwel door argininedeïminase tot citrulline. Dit citrulline wordt door ornithinetranscarbamoylase omgezet tot ornithine en carbamoylfosfaat. Ornithinedecarboxylase zet ornithine om naar putrescine. Vanuit gedecarboxyleerd S-adenosylmethionine worden vervolgens één (spermidine) of twee (spermine) propylamine(n) naar putrescine getransfereerd door respectievelijk propylaminetransferase I en II.1

Op twee belangrijke vragen geven de auteurs mijns inziens een onvolledig antwoord. Waarom veroorzaakt histamine, wanneer het ingenomen wordt via ‘bedorven’ vis, meer effecten dan wanneer enkel histamine ingenomen wordt en wat is hierin de rol van de andere polyaminen? Naast histamine, putrescine, spermine en spermidine, spelen bij HFP ook cadaverine, tyramine, tryptamine en β-fenylethylamine (door decarboxylering van respectievelijk lysine, tyrosine, tryptofaan en fenylalanine) een rol.2 Deze biogene aminen inhiberen het diamineoxidase, bevorderen de histamineopname en geven endogeen histamine af, waardoor ze de effecten van het exogeen histamine doen toenemen.3 Vooral cadaverine en putrescine bevorderen het intestinaal histaminetransport.4 Ook urocanaat, dat gevormd wordt door inwerking van histidinase op histidine, lijkt de werking van histamine te potentiëren. Urocanaat kan mestcellen degranuleren en zo bijkomend endogeen histamine afgeven.5

Volgens de auteurs wordt histidine uit de spier van de vis omgezet door de bacteriën afkomstig uit de darm van de vis. De aanmaak van biogene aminen gebeurt echter niet zozeer door de intestinale flora van de vissen, als wel door bacteriën die de vis vanuit het extern milieu contamineren.5 Een veelheid van micro-organismen is verantwoordelijk, maar de meeste behoren tot de groep van de Enterobacteriaceae.5

A. Jeurissen
Literatuur
  1. Zubay GL. Biochemistry. 4th ed. Dubuque, Ia.: Brown; 1998. p. 623.

  2. Flick JG, Oria MP, Douglas L. Potential hazards in cold-smoked fish: biogenic amines. J Food Sci 2001;66:S1088-99.

  3. Hungerford JM, Arefyev AA. Flow injection assay of enzyme inhibition in fish using immobilized diamine oxidase. Anal Chim Acta 1992;261:351-9.

  4. Fernández-Salguero J, Mackie IM. Comparative rates of spoilage of fillets and whole fish during storage of haddock (Melanogrammus aeglefinus) and herring (Clupea harengus) as determined by the formation of nonvolatile and volatile amines. Int J Food Sci Tech 1987;22:385-90.

  5. Lehane L, Olley J. Histamine fish poisoning revisited. Int J Food Microbiol 2000;58:1-37.

Haarlem, januari 2002,

Onze casuïstische mededeling over scombroïde-intoxicatie na het eten van tonijn was bedoeld om de medicus practicus op het bestaan van deze aandoening te wijzen en op het feit dat het geen IgE-gemedieerde allergische reactie is, maar een intoxicatie met exogeen histamine. Dit is van belang voor de getroffenen omdat in het vervolg goede tonijn weer zonder probleem gegeten kan worden. Een uitvoeriger verhandeling over de biochemie van de aminen lag ons inziens buiten het bestek van een casuïstische mededeling. Wij danken collega Jeurissen voor zijn waardevolle aanvulling, die laat zien dat de problematiek van scombroïde-intoxicatie zich mag verheugen in een ruime wetenschappelijke belangstelling en minder exotisch is dan de naam doet veronderstellen.

R.W. ten Kate
I.J. Schornagel